Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Loc(oregion)ale behandeling<br />
Literatuurbespreking:<br />
Dit hoofdstuk is onderverdeeld in de onderdelen:<br />
• Behandeling van het ductaal carcinoma in situ (DCIS)<br />
• Primaire locoregionale behandeling van het stadium I-II invasief mammacarcinoom<br />
• Regionale behandeling bij mammacarcinoom<br />
• Primaire en secundaire mammareconstructie<br />
Behandeling van het ductaal carcinoma in situ (DCIS)<br />
Literatuurbespreking:<br />
Het landelijk bevolkingsonderzoek op borstkanker heeft er mede toe geleid dat het aantal patiënten met<br />
Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS) is toegenomen. Jaarlijks wordt DCIS bij ongeveer 1.800 patiënten<br />
gediagnosticeerd. DCIS is een intraductale proliferatie van maligne cellen waarbij nog geen invasie van het<br />
stroma is opgetreden en wordt algemeen beschouwd als een voorstadium van een invasief ductaal<br />
carcinoom, hoewel het niet zeker is welk percentage zich onbehandeld tot een invasief carcinoom zal<br />
ontwikkelen [Lakhani, 2006]. Het Lobulair Carcinoom In Situ (LCIS) wordt beschouwd als een risicofactor<br />
voor de ontwikkeling van invasief carcinoom en wordt niet als een maligniteit behandeld.<br />
Preoperatieve diagnostiek van het DCIS<br />
Literatuurbespreking:<br />
Naar schatting 80-85% van het DCIS is niet palpabel en wordt op basis van de mammografische<br />
bevindingen ontdekt, meestal aan de hand van microcalcificaties [Lakhani, 2006]. Dit onderstreept het<br />
belang van goede mammografie [McKay, 2000]. De uitbreiding van de microcalcificaties op het<br />
mammogram blijkt echter niet altijd te correleren met de pathologische uitbreiding van de tumor [Holland,<br />
1990]. Bij de diagnostiek van microcalcificaties gaat de voorkeur uit naar vacuum-assisted biopsieën,<br />
vanwege een lagere underestimate-rate. Pre-operatieve MRI kan worden overwogen, als de vrouw voor<br />
een MST in aanmerking wil komen, als sprake is van hooggradig DCIS met onduidelijkheid over de<br />
tumorgrootte en als suspectie bestaat op (micro)invasie. Een zekere pre-operatieve diagnose doet de kans<br />
op radicaliteit van de excisie toenemen [Verkooijen, 2002]. In ongeveer 20% wordt bij excisie toch invasief<br />
carcinoom gevonden [Fahrbach, 2006; Meijnen, 2007]. De kans op aanwezigheid van invasieve groei<br />
wordt in een grote meta-analyse geschat op 25,9% (95%CI 22,5-29,5%). De kans is gerelateerd aan type<br />
biopsienaald (11G vs 14G, p=0,06), graad DCIS (hooggradig vs laaggradig, p20 mm vs ≤ 20 mm, p