Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
van een groep (n=51) die chirurgische excisie onderging met een groep (n=47) die echogeleide percutane<br />
vacuum-assisted excisie onderging [Wang, 2009] viel uit in het voordeel van de laatste groep, met name<br />
door veel betere cosmetische resultaten, ook na het optreden van hematoomvorming.<br />
Het is belangrijk, voorafgaande aan de procedure de diagnose fibroadenoom met zekerheid vast te stellen.<br />
In de groep van 76 patiënten van Matthew (2007) bevonden zich 3 patiënten, waarbij na de procedure<br />
sprake bleek van een maligniteit. Voorafgaande aan de procedure toonde cytologie bij deze patiënten geen<br />
eenduidig benigne diagnose.<br />
Conclusies:<br />
Niveau 2<br />
Niveau 2<br />
Niveau<br />
3<br />
Niveau<br />
3<br />
De betrouwbaarheid van de echografie bij de diagnose van het fibroadenoom, dat aan<br />
alle typische kenmerken voldoet is zeer hoog.<br />
A2 Stavros 1995<br />
B Skaane 1998<br />
Fibroadenomen kunnen fluctueren in grootte. Een groottetoename tot 1 cm van alle 3<br />
dimensies over een periode van 6 maanden is niet verontrustend.<br />
A2 Gordon 2003<br />
C Dixon 1996, Carty 1995<br />
Bij een fibroadenoom met een grootte van meer dan 3 cm of bij de aanwezigheid van cysteuze<br />
partijen kan een phyllodestumor niet worden uitgesloten en is een histologische biopsie<br />
noodzakelijk.<br />
C Liberman 1996, Yilmaz 2002<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Percutane echogeleide vacuum-assisted excisie van een fibroadenoom is een veilige procedure<br />
met goed cosmetisch resultaat. De diagnose dient voorafgaande aan de procedure vast te staan.<br />
B Wang 2009<br />
C Krainick-Strobel2007, Matthew 2007<br />
Overwegingen:<br />
Het solide karakter van fibroadenomen veroorzaakt meer ongerustheid dan een cysteuze afwijking en de<br />
angst voor een interpretatiefout en een daaruit voortvloeiende foutnegatieve bevinding is groter. Daarom is<br />
het van belang, alleen een BI-RADS 3 toe te kennen aan laesies met alle typische kenmerken van een<br />
fibroadenoom. Verder staat echografie bekend als operator-dependent en kunnen de gepubliceerde<br />
studies, ook die over percutane verwijdering een geflatteerd beeld geven.<br />
Beeldvormende diagnostiek bij siliconenprothesen<br />
Aanbevelingen:<br />
Bij vrouwen met siliconenprothesen is geen standaardprocedure voorhanden.<br />
De werkgroep is van mening, dat de radioloog samen met de laborant op geleide van consistentie,<br />
relatieve grootte en lokalisatie van de prothesen de keuze en de volgorde van de beeldvorming moet<br />
bepalen.<br />
Screening<br />
Vrouwen met siliconenprothesen tussen 50-75 jaar hebben recht op deelname aan het<br />
bevolkingsonderzoek. Alleen als mammografie niet lukt of als het mammogram onbeoordeelbaar is,<br />
worden zij verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Van de radioloog en de laborant<br />
aldaar wordt verwacht, dat zij zich inspannen om aanvullende opnamen te maken, zo nodig kan de<br />
radioloog besluiten tot screening met echografie.<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 41