Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
jaar.<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Twee systematische reviews [Granader; 2008; Warner, 2008] rapporteren ook zeer uiteenlopende positief<br />
voorspellende waarden voor MRI tussen 3-79%, voor mammografie tussen 6-100%. De combinatie MRI in<br />
combinatie met mammografie heeft een PVW tussen 3-79%.<br />
Hoogerbrugge rapporteert voor MRI een positief voorspellende waarde van 17%, in een andere studie<br />
[Kuhl, 2010] werd een PVW van 48% voor MRI gevonden, ten opzichte van 39% voor mammografie en<br />
40% voor de combinatie van MRI in combinatie met mammografie.<br />
Kriege (2006) rapporteert voor MRI een PVW van 3,7-10,8%, afhankelijk van de ronde maar zonder een<br />
significante trend. Voor invasieve carcinomen vond dezelfde studie voor mammografie wel een significant<br />
hogere PVW indien het de eerste mammografie betrof (22%) dan bij vrouwen met eerdere mammografie<br />
(3,8%, p=0,003). Voor MRI werd geen significant verschil gevonden: PVW 16% bij eerdere mammografie<br />
ten opzichte van 6,6% zonder eerdere mammografie (p=0,18).<br />
De negatief voorspellende waarden worden in de twee systematische reviews [Granader, 2008; Warner,<br />
2008] niet gerapporteerd, omwille van de moeilijkheid om negatieve testen te verifiëren.<br />
Slechts een studie rapporteert de negatief voorspellende waarde [Kuhl, 2010]: MRI 99,9%, mammografie<br />
98,9%, MRI + mammografie 100%.<br />
Effect op kwaliteit van leven<br />
We vonden een studie die het effect van screening op de kwaliteit van leven evalueerde in deze hoogrisico<br />
groep [Rijnsburger, 2004]. De auteurs rapporteren geen effect van de screeningsmodaliteit op de<br />
levenskwaliteit, zij vonden wel een significant effect van bijkomende diagnostische evaluatie die<br />
veranderde over de tijd.<br />
Ook is er een schijnbaar grotere proportie vrouwen die pijn en ongerief rapporteren bij mammografie dan<br />
bij MRI, en schijnbaar een grotere proportie ongerustheid/angst bij MRI dan bij mammografie (geen<br />
statistische toetsing).<br />
Effect op morbiditeit inclusief behandelingen voor mammacarcinoom<br />
Een studie vond geen significant verschil tussen MRI gedetecteerde carcinomen en anders gedetecteerde<br />
carcinomen wat betreft de grootte, gradering, oestrogeen/progestageen receptor en tumortype [Kriege,<br />
2007]. De tumoren die gevonden werden met MRI waren significant minder lymfklierpositief (6% vs. 44%,<br />
p=0,02). Ten opzichte van mammografie is MRI significant meer sensitief voor T1 tumoren, N0, niet-ductale<br />
tumoren en oestrogeenreceptor positieve tumoren. Een andere studie vond wel een significant verschil in<br />
grootte van de invasieve tumor bij screening met MRI in vergelijking met screening zonder MRI: 6 mm vs.<br />
22 mm, p