Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Oncoplastische mammasparende therapie<br />
Literatuurbespreking:<br />
Het principe van de mammasparende behandeling bestaat uit de ruime excisie van tumorvolume en<br />
bestraling van de marges postoperatief waarbij een optimale cosmetiek beoogt dient te worden. Het<br />
cosmetisch resultaat is afhankelijk van de tumorlocatie, het resectie volume en de stralingsdosis [Vrieling,<br />
1999; Cochrane, 2003]. Het cosmetisch resultaat is in 70-82% acceptabel [Vrieling, 1999; Taylor, 1995; de<br />
la Rochefordiere, 1992].<br />
Wanneer een grotere lumpectomie moet worden verricht zal dit leiden tot een kleinere mamma met een<br />
deformiteit [Cochrane, 2003]. Door gebruik te maken van een mammareductieplastiek kan een groter<br />
volume worden weggenomen waarin het oncologisch te verwijderen weefsel zich bevindt, en de vorm<br />
hersteld wordt. Door goede preoperatieve planning gezamenlijk tussen chirurg en plastisch chirurg wordt<br />
een adequate resectie door de oncologisch chirurg en vervolgens een goede herverdeling van klierweefsel<br />
met verplaatsing van de tepel volgens de vele mammareductie mogelijkheden door de plastisch chirurg<br />
gerealiseerd. Peroperatief geplaatste ligaclips na de resectie en voor de reconstructie markeren de excisie<br />
lokalisatie, noodzakelijk voor de radiotherapie [Anderson, 2005; de Lorenzi, 2010]. Op deze wijze kan zelfs<br />
een ruimer volume worden verwijderd waardoor ruimere marges kunnen worden bereikt zonder grote<br />
deformiteit De oncologische resultaten zijn te vergelijken met de resultaten van de conventionele<br />
mammasparende therapie [Mc Culley, 2005; Rietjens, 2007; Asgeirsson, 2005].<br />
Conclusies:<br />
Niveau 3<br />
Bij een oncoplastische mammasparende therapie is een ruimere excisie mogelijk waardoor<br />
minder kans op residu tumor en een beter cosmetisch resultaat.<br />
C Mc Culley 2005, Rietjens 2007, Andersson 2005, de Lorenzi 2010<br />
Overwegingen:<br />
De cosmetische resultaten op lange termijn met name als gevolg van een mogelijk groter<br />
radiotherapeutisch boost gebied zullen goed moeten worden geëvalueerd. Misschien kunnen deze<br />
patiënten bij negatieve tumormarges zelfs zonder lokale boost behandeld worden wat van voordeel zal zijn<br />
voor de cosmetische resultaten [Pezner, 2011; Kronowitz, 2007]. Een contralaterale symmetriserende<br />
mammareductie is vaak noodzakelijk om de ontstane asymmetrie te verhelpen.<br />
Tepelsparende mastectomie<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Aanbevelingen:<br />
Patiënten die een mastectomie moeten ondergaan, dienen tevoren geïnformeerd te worden omtrent de<br />
mogelijkheden van mammareconstructie.<br />
Mammareconstructie moet overwogen worden bij elke patiënt met een mammacarcinoom die geopereerd<br />
wordt.<br />
Het direct uitvoeren van de mammareconstructie verdient een lichte voorkeur.<br />
Uitstel van mammareconstructie moet overwogen worden indien de kans groot is dat radiotherapie<br />
geïndiceerd zal zijn.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Gebruikelijk is dat bij een mastectomie het tepelareolacomplex wordt verwijderd. Het verliezen van de tepel<br />
versterkt het gevoel van mate van mutilatie. Het risico dat de tepel mede betrokken is in het tumorproces<br />
wordt voornamelijk bepaald door de grootte en de locatie van de tumor en de klierstatus. Indien de tumor<br />
verder dan 2 cm van de tepel ligt, niet groter is dan T2 dan wel multifocaal is en er is geen verdenking op<br />
positieve lymfklieren, dan zou het tepelareolacomplex bewaard kunnen worden [Caruso, 2006; Lambert,<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 79