Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het hereditair mammacarcinoom<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Literatuurbespreking:<br />
Bij dragers van een BRCA1/2 mutatie lijken remmers van DNA excisie repair, de zogenaamde PARP<br />
(poly(ADP-ribose) polymerase) remmers effectief te zijn, maar de gebruikte middelen iniparib en olaparib<br />
zijn nog niet voor deze indicatie geregistreerd [O’Shaugnessy, 2010]. Vooralsnog zijn dezelfde palliatieve<br />
behandelschema’s op deze groep van toepassing.<br />
Palliatieve chirurgie en radiotherapie<br />
Aanbevelingen:<br />
Bij (pijn-) klachten op basis van metastasering dient altijd palliatieve kortdurende radiotherapie overwogen<br />
te worden. Dit geldt voor metastasen in bijvoorbeeld hersenen, lymfklieren, huid/subcutis en skelet. Bij<br />
klachten van de primaire tumor in de mamma kan locale radiotherapie overwogen worden.<br />
Kortdurende palliatieve radiotherapie kan in principe herhaald worden bij terugkeer van klachten.<br />
Ter bestrijding van pijnklachten veroorzaakt door skeletmetastasen heeft het geven van een eenmalige<br />
dosis van 8 Gy de voorkeur. Bij uitgebreide osteolyse of dreigende fracturering, heeft een gefractioneerd<br />
schema de voorkeur tot 20-30 Gy. Bij lange pijpbeenderen dient altijd een stabiliserende osteosynthese<br />
overwogen te worden.<br />
Bij beperkte intracerebrale metastasering (1-3 metastasen, diameter < 4 cm) dient stereotactische<br />
bestraling overwogen te worden in plaats van bestraling van de gehele hersenen.<br />
Spoedradiotherapie (binnen 24 uur na diagnose) is geïndiceerd bij aangetoonde epidurale<br />
myelum/caudacompressie op de MRI ter voorkoming van progressie en het irreversibel worden van de<br />
neurologische klachten. Radiotherapie kan leiden tot functioneel herstel.<br />
Bij patiënten met wervelmetastasen en een goede prognose moet de combinatie met neurochirurgisch /<br />
orthopedisch ingrijpen overwogen worden. Indien de patiënt niet in aanmerking komt voor een operatie,<br />
dient een hogere totaaldosis overwogen te worden (30 Gy), ter voorkoming van recidief klachten.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Radiotherapie speelt een belangrijke rol bij de behandeling van klachten veroorzaakt door metastasen van<br />
het mammacarcinoom. Hierbij kunnen zowel eenmalige als meer gefractioneerde bestralingen effectief zijn<br />
in het verminderen of voorkomen van klachten. Palliatieve radiotherapie van de primaire tumor in de<br />
mamma kan bij (dreigende) ulceratie overwogen worden. In enkele gevallen is palliatieve chirurgie<br />
aangewezen.<br />
De belangrijkste indicaties voor palliatieve radiotherapie en/of chirurgie zijn:<br />
Pijnlijke skeletmetastasen of (dreigende) pathologische fracturen<br />
Bij pijnlijke metastasen in het bot is radiotherapie een effectieve behandelmodaliteit; het merendeel van de<br />
patiënten ondervindt een significante afname van de pijn en bij 33-50% verdwijnt de pijn zelfs volledig<br />
[Chow, 2007; van der Linden, 2004]. In de meeste gevallen, ook bij patiënten met een verwachte betere<br />
prognose [van der Linden, 2006], kan volstaan worden met een eenmalige bestraling (8 Gy), die na verloop<br />
van tijd, indien nodig, herhaald kan worden [Sze, 2004]. Bij uitgebreide osteolytische laesies in lange<br />
pijpbeenderen met kans op een pathologische fractuur [van der Linden, 2003] of bij wervelmetastasen met<br />
myelumbedreiging zonder neurologische klachten wordt over het algemeen gekozen voor een hogere<br />
dosis in een gefractioneerd schema. Hierbij is het doel van de behandeling behalve pijnreductie ook<br />
inductie van remineralisatie ter versteviging van het bot [Koswig, 1999]. Bij dreigende pathologische<br />
fracturen in lange pijpbeenderen moet overigens, gezien de morbiditeit van het optreden van een spontane<br />
fractuur eerst een profylactisch chirurgisch stabiliserende ingreep overwogen worden. Indien er al een<br />
fractuur is opgetreden, volgt eerst chirurgische stabilisatie, gecombineerd met postoperatieve radiotherapie<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 152