Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Preoperatieve stadiëring<br />
Literatuurbespreking:<br />
Dit hoofdstuk is onderverdeeld in de onderdelen:<br />
• MRI bij PA-bevestigd mammacarcinoom<br />
• Triagetest voor de SWK-procedure<br />
• PDG-PET-CT bij PA bevestigd mammacarcinoom<br />
MRI bij PA-bevestigd mammacarcinoom<br />
Aanbevelingen:<br />
Uitvoering MRI<br />
• Gestandaardiseerde verslaglegging met vermelding van de BI-RADS eindcategorieën is vereist.<br />
• Incidentele, additionele bevindingen moeten afzonderlijk worden geclassificeerd.<br />
• Een incidentele, additionele bevinding moet worden gecorreleerd met mammografie en (second<br />
look) echografie, door middel waarvan PA materiaal kan worden verkregen.<br />
• Als bij een preoperatieve patiënt een ipsilaterale incidentele bevinding aanwezig is (multifocaal of<br />
multicentrisch) en er wordt geen echografisch of mammografisch correlaat gevonden, dan kan in<br />
het MDO voor een praktische benadering worden gekozen en hoeft het chirurgische beleid niet<br />
zonder meer te worden aangepast.<br />
• Voor de overige additionele bevindingen geldt:<br />
♦ Als geen correlaat wordt gevonden en er is sprake van een BI-RADS 3 laesie, dan is<br />
herhaling van het MRI onderzoek in een andere fase van de menstruatie of na 6 maanden<br />
geïndiceerd.<br />
♦ Als geen correlaat wordt gevonden en er is sprake van een suspect maligne massa<br />
(BI-RADS 4 of 5), die het chirurgisch beleid ingrijpend zou kunnen veranderen, dan komt<br />
deze in aanmerking voor MRI-geleide biopsie.<br />
♦ Als geen correlaat wordt gevonden en er is sprake van non-mass-like enhancement<br />
(BI-RADS 4) die het chirurgisch beleid ingrijpend zou kunnen veranderen, dan komt deze<br />
in aanmerking voor MRI-geleide biopsie.<br />
♦ In overige gevallen kan gekozen worden voor eenmalige herhaling van MRI in een andere<br />
fase van de cyclus of over 6 maanden, alvorens tot MRI-geleide biopsie over te gaan.<br />
Indicaties voor MRI:<br />
Screening:<br />
• Bij vrouwen met zeer sterk verhoogd risico (RR 6-8) is screening met MRI geïndiceerd.<br />
• Er is onvoldoende draagvlak om jaarlijks screening met MRI-onderzoek aan te bevelen bij vrouwen<br />
met verhoogd risico zonder genmutatie, anders dan in studieverband.<br />
• Screening met MRI bij vrouwen uit de algemene populatie met hoge densiteit van het<br />
mammaweefsel of bij siliconenprothesen wordt niet geadviseerd.<br />
Preoperatieve stadiering:<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
• Routinematig pre-operatief MRI wordt niet geadviseerd.<br />
• Pre-operatief MRI wordt geadviseerd bij invasief carcinoom, als de vrouw voor een<br />
mammasparende therapie in aanmerking wil komen, en:<br />
♦ er een discrepantie bestaat in omvang bij klinisch, mammografisch, en echografisch<br />
onderzoek, of<br />
♦ er sprake is van invasief lobulair carcinoom, tenzij er sprake is van een unifocale massa op<br />
een goed beoordeelbaar mammogram.<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 47