22.09.2013 Views

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

weefseldosis per mammografie is sterk afhankelijk van de dikte van de borst en bedraagt ongeveer 1,66<br />

mGy bij een standaardopname van 6 cm (mGy = milliGray = gangbare maat voor stralingsdosis). De dosis<br />

per onderzoek is gemiddeld ongeveer 3 maal 1,66 mGy. Dit getal kent per individu een grote spreiding, de<br />

dosis kan oplopen tot 2,12 mGy per onderzoek bij vrouwen die een grote borstdikte én veel klierweefsel<br />

hebben. De glandulaire doses worden continue gecontroleerd door het LRCB [LRCB, 2008]. Ze liggen<br />

onder de door de EUREF (2006) vastgestelde acceptabele dosislimieten.<br />

Ter vergelijking: per jaar absorbeert iedere inwoner van Nederland ongeveer 2,5 mGy aan natuurlijke<br />

achtergrondstraling, afkomstig uit de kosmos en de aarde [RIVM, 2003].<br />

Risicoinschatting en risicogetallen<br />

De kans op een door straling geïnduceerd carcinoom is zeer klein en kan niet worden berekend, maar<br />

uitsluitend worden geschat op basis van epidemiologische risicomodellen van retrospectieve studies. Zo’n<br />

carcinoom is niet te onderscheiden van de ‘gewone’ carcinomen, waardoor het zeer moeilijk is, het risico<br />

goed in te schatten. Daarbij komt, dat de latentietijd erg lang kan zijn, tot ongeveer 20 jaar. In een analyse<br />

van Preston waarin data van acht cohorten zijn samengevoegd, is gevonden dat er een lineaire relatie is<br />

tussen het extra risico op mammacarcinoom en de stralingsdosis [Preston, 2002].<br />

Het lifetime risico om een stralingsgeïnduceerd mammacarcinoom te krijgen is afhankelijk van de<br />

startleeftijd. Het is zeer laag bij vrouwen tussen de 50 en 65 jaar: 1 per miljoen per mGy dosis. Het lifetime<br />

risico voor een vrouw tussen de 25 en 30 jaar is bijna twee keer zo groot (1,8) [NHSBSP, 2003; Berrington<br />

de Gonzalez, 2005].<br />

In een Brits screeningsonderzoek wordt de verhouding tussen het aantal gedetecteerde en het aantal<br />

geïnduceerde carcinomen geschat op 170:1. Deze verhouding verslechtert bij toename van klierweefsel<br />

[NHSBSP, 2003]. In een Nederlandse modelstudie, waarbij wordt uitgegaan van een dosis van 1,3 mGy<br />

per opname bedraagt de verhouding tussen het aantal gedetecteerde en het aantal geïnduceerde letale<br />

carcinomen 684:1 [de Gelder, 2011].<br />

BEIR VII (2006) geeft een model voor tumorinductie ten gevolge van ioniserende straling. In dit model<br />

neemt het extra risico op tumoren als gevolg van ioniserende straling straling kwadratisch toe met het<br />

afnemen van de leeftijd. Dus, hoe jonger blootgesteld aan ioniserende straling en hoe hoger de dosis, hoe<br />

groter de kans op tumorinductie.<br />

BRCA1 en BRCA2 genen zijn betrokken bij DNA-reparatieprocessen. Mutatiedraagsters zullen dus in<br />

theorie minder goed in staat zijn eventuele schade na blootstelling aan ioniserende straling te repareren.<br />

Op grond hiervan moet worden verondersteld, dat de kans op een stralingsgeïnduceerd mammacarcinoom<br />

bij deze populatie groter is dan bij niet-genmutatiedraagsters. Om een indruk te krijgen van deze risico’s<br />

werd een systematische search gedaan naar literatuur over de periode 1989-2009 gericht op het vinden<br />

van studies over de blootstelling aan lage dosis straling en risico op mammacarcinoom in vrouwen met een<br />

verhoogde kans op mammacarcinoom vanwege een familiaire belasting of genmutatie [Jansen-van der<br />

Weide, 2010]. Op deze manier werden 7 studies gevonden [Andrieu, 2006; Bernstein, 2006; Goldfrank,<br />

2006; John, 2007; Ma, 2008; Millikan, 2005; Narod, 2006]. Omdat er in geen van de studies preciese<br />

informatie beschikbaar was over de stralingsdosis waaraan de patiënt was blootgesteld werd de<br />

cumulatieve dosis geschat.<br />

De odds ratios uit de verschillende studies werden gepooled. Er werd een toename van het risico op<br />

mammacarcinoom als gevolg van lage dosis straling in de groep van vrouwen met verhoogde kans op<br />

mammacarcinoom gezien van 1,3 (95%CI 0,9-1,8). Blootstelling voor het 20ste levensjaar gaf een hoger<br />

risico op stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom (OR 2,0; 95%CI 1,3-3,1), evenals een gemiddelde van<br />

meer dan 5 screens (OR 1,8 95%CI 1,1-3,0). Blootstelling tussen het 20ste en 40ste levensjaar gaf ook<br />

een verhoogd risico (OR 1,3; 95%CI 0,96-1,7), zij het niet significant.<br />

Conclusies:<br />

Niveau 1<br />

<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />

Screening van de algemene populatie vanaf 50 jaar met behulp van mammografie<br />

resulteert in mortaliteitsreductie. Er is een verschil in mortaliteit tussen vrouwen die wel<br />

aan screening deelnemen en vrouwen die niet aan screening deelnemen.<br />

Eenderde deel van de vastgestelde mortaliteitsreductie zou kunnen worden<br />

toegeschreven aan adjuvante systemische therapie.<br />

A1 Schopper 2009, Paap 2010<br />

03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!