Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
chemotherapie, kan worden gekozen voor een laparoscopische oöphorectomie met cryopreservatie<br />
daarvan, of het invriezen van eicellen dan wel embryo’s na een IVF-behandeling [NVOG, 2007].<br />
Gecontroleerde ovariële stimulatie tijdens een IVF-behandeling is afhankelijk van de cyclus van patiënt.<br />
Patiënten die ten tijde van de diagnose mammacarcinoom orale anticonceptie (OAC) gebruiken, moet<br />
worden geadviseerd deze te continueren vanwege de tijdswinst voor een IVF-behandeling. Indien er<br />
sprake is van een oestrogeenreceptor positieve tumor dient een alternatief stimulatieprotocol met behulp<br />
van tamoxifen of andere middelen te worden overwogen [Huang, 2007].<br />
Voor alledrie de mogelijkheden (IVF, eicelvitrificatie en ovariumcryopreservatie) is een goede ovariële<br />
reserve een voorwaarde. Voor vrouwen met een mannelijke partner lijkt IVF te verkiezen en voor vrouwen<br />
zonder partner eicelcryopreservatie. De procedure om eicellen te kunnen oogsten duurt 2/4 weken mits de<br />
vrouw niet met OAC gestopt is. Een laparoscopische ovariëctomie voor cryopreservatie behoeft geen<br />
hormonale voorbereiding zoals de andere twee methoden.<br />
Een vroegtijdige verwijzing naar een gespecialiseerd fertiliteitspreservatiecentrum is een voorwaarde voor<br />
een voorspoedig klinisch traject. Gespecialiseerde centra zijn te vinden onder www.nnf.nl.<br />
Overige interventies<br />
Over de mogelijkheid om de ovariële functie tijdens chemotherapie te beschermen door middel van<br />
ovariële supressie (GnRH-analogen of LHRH-analogen) bestaan twee diametraal tegengestelde meningen<br />
[Blumenfeld, 2007; Lawrenz, 2010; Oktay, 2007]. De meeste studies gebruiken het optreden van<br />
chemotherapie geinduceerde amenorrhoe (CIA) als uitkomstmaat, in plaats van de vruchtbaarheid en de<br />
daarmee samenhangende kans op een kind. De Zoladex Rescue of Ovarian Function (ZORO) studie liet<br />
geen verschil in CIA zien [Gerber, 2011]. De PROMISE GIM6 studie toonde aan dat tijdelijke ovariële<br />
supressie door triptoreline (GnRH-analoog) bij premenopauzale vrouwen met vroeg-stadium<br />
mammacarcinoom een afname geeft op het risico op CIA [Del Mastro, 2011]. Echter, de gemiddelde leeftijd<br />
van deze studiepopulatie was relatief oud (39 jaar) en de patiënten zijn slechts tot 1 jaar na chemotherapie<br />
geobserveerd. Concluderend kan op basis van de momenteel beschikbare gegevens niet worden<br />
aanbevolen om GnRH analogen toe te dienen als bescherming van de ovariële functie, zeker niet als<br />
fertiliteitspreservatie.<br />
Conclusies:<br />
Niveau 3<br />
Niveau 3<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Door chemotherapie geïnduceerde onvruchtbaarheid tast de kwaliteit van leven aan.<br />
C Partridge, 2004; Rodriguez Wallberg, 2010<br />
Voorafgaand aan chemotherapie, ter bescherming tegen onvruchtbaarheid, is het mogelijk IVF,<br />
eicelcryopreservatie of ovariumcryopreservatie te verrichten<br />
C Lee, 2006, Gerber 2008, NVOG 2007*<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 169