Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
C Dubey 1999, Markiewicz 1998, Fiets 2003<br />
Adjuvante therapie met bisfosfonaten<br />
Aanbevelingen:<br />
Op basis van de huidige inzichten is er nog geen plaats voor adjuvant bisfosfonaten naast standaard<br />
adjuvante systemische therapie. Indien bisfosfonaten geïndiceerd zijn bij progressief toenemende<br />
osteopenie resulterend in osteoporose, dan kunnen deze middelen een additioneel gunstig effect hebben<br />
op het risico op recidief.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Twee van de drie gepubliceerde studies betreffende adjuvant clodronaat bij mammacarcinoom lieten een<br />
overlevingsvoordeel zien [Diel, 2008; Powles, 2006]. Een studie toonde geen verschil [Saarto, 2004]. Twee<br />
studies [Gnant, 2009; Eidtmann, 2010], beschreven een ziektevrij overlevingsvoordeel voor de toevoeging<br />
van zoledronaat aan standaard adjuvant hormonale therapie. De Oostenrijkse borstkanker studie groep<br />
randomiseerde 1.800 premenopauzale vrouwen met hormoonreceptor positief stadium I-II<br />
mammacarcinoom tussen 3 jaar tamoxifen of 3 jaar anastrozol, icm gosereline in beide groepen, en tussen<br />
wel of niet zoledroninezuur 4 mg iv 1x6 maanden voor 3 jaar (2x2 factorial ontwerp). Slechts 5,4% van de<br />
patiënten had (neo-)adjuvante chemotherapie gekregen. 85% van de patiënten had een sterk hormonale<br />
therapiegevoelige tumor. Er was geen verschil in recidiefvrije overleving tussen tamoxifen of anastrozol,<br />
maar er was een 35% vermindering in recidiefkans voor de groep die zoledroninezuur had gekregen (HR<br />
0,65; 95%CI 0,46-0,92). Daarnaast viel op dat in de groep die zoledroninezuur had ontvangen er, naast<br />
botmetastasen, ook significant minder viscerale metastasen waren opgetreden [Gnant, 2009].<br />
Vergelijkbare resultaten werden gerapporteerd voor stadium I-IIIa postmenopauzale, ER+ en/of PgR+<br />
mammacarcinoom patiënten, die 5 jaar adjuvant letrozol kregen en daarnaast gerandomiseerd werden<br />
tussen direct starten met zoledroninezuur 4 mg iv 1x6 maanden of pas wanneer een fractuur opgetreden<br />
was of patiënten een verhoogd risico hadden daarop [Eidtmann, 2010], Na een mediane follow-up van 36<br />
maanden bleek direct starten met zoledroninezuur een 41% risico reductie op een recidief te geven (HR<br />
0,59; 95%CI 0,36-0,96; log-rank p=0,031) [Eidtmann, 2010]. In een nog niet gepubliceerde presentatie op<br />
het San Antonio borstkanker symposium werden de data van de AZURE studie gepresenteerd [Coleman,<br />
2010]. In deze studie werden 3.360 patiënten met stadium II-III mammacarcinoom gerandomiseerd tussen<br />
wel of geen zoledronaat (6x4mg iv q 3 a 4 weken, 8x4mg iv q 3 maanden, en 5x4 mg iv q 6 maanden)<br />
toegevoegd aan standaard adjuvant systemische therapie gedurende 5 jaar. Hiervan was slechts 31%<br />
meer dan 5 jaar postmenopauzaal, 78% was ER+, 32% had een T1 tumor, en 95% had adjuvant<br />
chemotherapie ontvangen. Met een mediane follow-up van bijna 5 jaar was er geen verschil in ziektevrije<br />
overleving (multivariate HR 0,98; 95%CI 0,85-1,13; p=0,79). In vooraf gedefinieerde subgroepanalyses<br />
bleek ER status geen rol te spelen, maar wel de menopauzale status. Bij de vrouwen die meer dan 5 jaar<br />
postmenopauzaal waren, gaf toevoeging van zoledronaat een verbetering van de overleving (multivariate<br />
HR 0,71; 95%CI 0,54-0,94; p=0,017). In deze groep was er zowel een vermindering in locoregionale<br />
recidieven, als in botmetastasen en viscerale metastasen. In de andere groep was er geen toegevoegde<br />
waarde van zoledronaat. Coleman (2010) concludeerde dat adjuvant bisfosfonaten alleen werken in een<br />
oestrogeenarm milieu.<br />
Toxiciteit<br />
Bij eenderde van de patiënten behandeld met een bisfosfonaat treedt bij de eerste toediening van iv of<br />
maandelijkse orale dosis bisfosfonaat een acute fase reactie op met oa koorts, spierpijn, en lymfopenie<br />
[Watts, 2010]. Osteonecrose van de kaak is een relatief zeldzame, maar ernstige complicatie waarbij<br />
kaakbot bloot komt te liggen en niet binnen 8 weken heelt [Khosla, 2007]. Bisfosfonaat therapie voor<br />
osteoporose leidt zelden tot deze aandoening (1 op 10.000 tot