Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
87,2-100%. Er is in 2-7% sprake van foutnegatieve resultaten. Dit is vergelijkbaar met de resultaten van de<br />
weefselbiopten onder echogeleide en onder stereotaxie, maar de series zijn nog te klein om een definitieve<br />
uitspraak te doen. Het advies van Heywang (2009) om standaard 24 biopten te nemen is gebaseerd op het<br />
streven de laesie geheel of gedeeltelijk te verwijderen. Dit is niet altijd noodzakelijk, wel is<br />
radiologische-pathologische correlatie noodzakelijk.<br />
Conclusies:<br />
Niveau 3<br />
Niveau 1<br />
Niveau 1<br />
Niveau<br />
1<br />
Niveau 2<br />
Het percentage foutnegatieve resultaten van histologische echogeleide naaldbiopten<br />
bedraagt bij 5 biopten gemiddeld 4%. De betrouwbaarheid is vergelijkbaar met een<br />
diagnostische excisiebiopsie.<br />
A2 Fajardo 2004<br />
C Helbich 2004, Youk 2007<br />
Het percentage foutnegatieve resultaten van histologische stereotactische naaldbiopten<br />
bedraagt bij 5 biopten eveneens gemiddeld 4%. Ook hier is de betrouwbaarheid<br />
vergelijkbaar met een diagnostische excisiebiopsie.<br />
A2 Verkooijen 2002, Fajardo 2004<br />
C Helbich 2004<br />
Stereotactische en echogeleide histologische biopsieën hebben bijna dezelfde accuratesse als<br />
open chirurgische biopsie. Ze hebben een lagere complicatiekans.<br />
A1 Bruening 2010<br />
In de populatie patiënten met middels screening gevonden (niet-palpabele) afwijkingen die in<br />
aanmerking komen voor stereotactische punctie leidt het gebruik van vacuum-assisted<br />
biopsie-apparatuur tot een lagere underestimate rate en minder gemiste afwijkingen.<br />
A1 Fahrbach 2006<br />
B Jackman 2009<br />
MRI-geleide biopsieën (dikke naald en vacuum-assisted) hebben een<br />
succespercentage van 87,2-100%. Het aantal foutnegatieven bedraagt 2-7%.<br />
A2 Perlet 2006<br />
B Han 2008, Li 2009, Malhaire 2010, Peters 2009<br />
Overwegingen:<br />
Doordat cytologie en histologie elkaar overlappen en deels aanvullen is hun rol in de huidige<br />
pre-operatieve diagnostiek minder scherp gedefinieerd dan voorheen.<br />
Belangrijker dan de keuze tussen cytologie of histologie is het overleg tussen chirurg, radioloog en<br />
patholoog. Zij formuleren onafhankelijk een oordeel, waarbij verder beleid in consensus wordt vastgesteld<br />
in het pre-operatief MDO.<br />
Beleid bij vrouwen bij wie een benigne afwijking is vastgesteld?<br />
Aanbevelingen:<br />
De volgende pathologische biopt-diagnosen kunnen als eenduidig benigne worden beschouwd. Indien<br />
concordant met kliniek en beeldvorming geen verdere actie noodzakelijk:<br />
• hamartoom;<br />
• fibroadenoom;<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 85