Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aanvankelijk was de overlevingswinst aangetoond in de hoogrisicogroepen, te weten patiënten met 4 of<br />
meer positieve klieren. In een update van de Deense studies in de subgroep van patiënten bij wie 8 of<br />
meer klieren waren verwijderd, blijkt dat patiënten met 1-3 tumorpositieve klieren de overlevingswinst na<br />
radiotherapie gelijk is aan de N4+ patiënten, te weten 9% absoluut na 15 jaar [Overgaard, 2007].<br />
Het is van belang patiënten te selecteren die een te verwachten locoregionaal recidiefpercentage hebben<br />
van ≥ 15% op 5 jaar, daar deze patiënten zowel wat betreft hun locoregionale controle als hun overall<br />
survival baat kunnen hebben bij radiotherapie. Hierbij kan niet alleen gekeken worden naar de<br />
lymfklierstatus maar ook naar combinatie met andere factoren. Wallgren (2003) bestudeerde meer dan<br />
5.000 patiënten na mastectomie inclusief OKD die in één van de zeven International Breast Cancer Group<br />
randomized trials waren behandeld. Deze groep bestond uit lymfklierpositieve en negatieve patiënten die<br />
geen (pN0) danwel systemische therapie ondergingen (pN+). Binnen deze groep werden factoren voor<br />
locoregionale controle bestudeerd. Additief aan aantal positieve klieren bleken tumor gerelateerde factoren<br />
zoals vaso-invasieve groei, grootte van de tumor (> 2 cm) en graad III tumoren voorspellers voor een<br />
locoregionaal recidief. Met name vaso-invasieve groei is bevestigd in andere studies [van Tienhoven 1999,<br />
Voogd 2001]. Jagsi (2005) keek naar locoregionaal recidief voorspellende factoren na mastectomie<br />
inclusief OKD. Bij lymfkliernegatieve patiënten bleken 3 van dergelijke factoren een locoregionaalrecidief<br />
percentage van 40% te geven na 10 jaar. Ook andere studies bevestigen de mogelijke rol van<br />
radiotherapie bij N1-3. Ragaz publiceerde in 2005 de 20-jaars resultaten van de British Columbia trial. In<br />
deze studie werden 318 premenopauzale patiënten met een invasief mammacarcinoom en positieve<br />
klierstatus gerandomiseerd over twee groepen: radiotherapie + chemotherapie (n=164) of chemotherapie<br />
alleen (n=154). Na 20 jaar follow-up was de locoregionale ziektevrije overleving 90% in de<br />
radiotherapiegroep en 74% in de controlegroep. Uitgesplitst naar klierstatus was dit 91% en 79% voor<br />
patiënten met 1-3 positieve klieren en 84% en 59% voor patiënten met vier of meer positieve klieren<br />
(p=0,6). Thans loopt de SUPREMO trial die in de huidige tijd de waarde van thoraxwand bestraling<br />
onderzoekt bij intermediate risk patiënten.<br />
Het is in sommige gevallen onduidelijk of indien er een indicatie voor lokale radiotherapie bestaat de<br />
regionale kliergebieden (oksel, parasternale, infra- en supraclaviculaire regio's) meebestraald moeten<br />
worden [Recht, 2001]. In de trials waar de EBCTCG (2005) overview haar gegevens uit haalt werden de<br />
kliergebieden vaak routinematig bestraald. De kans op het manifest worden van recidief tumor in de klier<br />
gebieden is echter klein, zodat radiotherapie van de regionale kliergebieden mogelijk overbehandeling is bij<br />
veel patiënten [Recht, 2001].<br />
Conclusies:<br />
Disseminatie onderzoek<br />
Niveau 3<br />
Bij patiënten met cT1-2N0-1 mammacarcinoom heeft het standaard uitvoeren van pre-operatief<br />
disseminatie onderzoek geen aanvullende waarde.<br />
C Ciatto 1985, van der Hoeven 1999, Samant 1999<br />
Mammasparende therapie (MST)<br />
MST is een veilige therapie, omdat de overlevingskans vergelijkbaar is met<br />
mastectomie. Achterwege laten van radiotherapie bij MST heeft een nadelige invloed op<br />
de locoregionale controle en de overleving.<br />
Niveau 1<br />
A1 Sarrazin 1984, Veronesi 1990, Fisher 1989, Fisher 2002, Straus 1992, van<br />
Dongen 2000, EBCTCG 2000, EBCTCG 2005, Vinh-Hung 2003, Vinh-Hung 2004,<br />
Hughes 2004, Fyles 2004, Poggi 2003, Kronan 2004<br />
Niveau 1<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Een boost naast radiotherapie van de gehele mamma verbetert de lokale controle in alle<br />
patiënten.<br />
Het absolute voordeel van een boost na complete resectie neemt af met toenemende<br />
leeftijd.<br />
A1 Bartelink 2001, Bartelink 2007<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 66