Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Niveau 1<br />
Niveau 1<br />
A1 CBO 2010<br />
Het is voldoende aangetoond dat gebruik van bisfosfonaten het botverlies als<br />
gevolg van oestrogeendepletie door behandeling van mammacarcinoom<br />
significant beperkt. Voor denosumab is dit ook aangetoond voor<br />
postmenopauzale vrouwen die aromataseremmers gebruiken.<br />
A2 Delmas 1997, Saarto 1997, Greenspan 2007, Gnant 2008, Brufsky 2007,<br />
Lester 2008, Ellis 2008<br />
B Confavreux 2007<br />
Het is niet eenduidig aangetoond dat behandeling met bisfosfonaten bij<br />
hormonale adjuvante therapie ook tot preventie van fracturen leidt.<br />
A1 Valachis 2010, Ellis 2008<br />
Overwegingen:<br />
Het gebruik van hormonale anticonceptie wordt ontraden op grond van dezelfde argumenten als bij HST.<br />
Een Mirenaspiraal kan worden overwogen bij hormoonreceptor negatieve tumoren. Onderbouwende<br />
literatuur ontbreekt vooralsnog.<br />
Psychosociale klachten en vermoeidheid<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Aanbevelingen:<br />
Interventies bij psychosociale problemen en vermoeidheid<br />
Medisch specialisten en gespecialiseerde verpleegkundigen dienen klachten en vroege gevolgen van<br />
kanker en de behandeling actief op te sporen middels systematische vroegsignalering. Bij de uitvoering<br />
hiervan kunnen ze andere professionals inschakelen. Het wordt aanbevolen hier taakafspraken over te<br />
maken.<br />
Er wordt aanbevolen om patiënten tijdens de gehele behandeling – en ook in de nazorg - regelmatig te<br />
informeren over sociale steungroepen en lotgenotencontact.<br />
Er wordt aanbevolen om leefstijladviezen een vast onderdeel van de nazorg te laten zijn, omdat een<br />
gezonde leefstijl het risico op een recidief en andere gezondheidsklachten verlaagt en een positief effect<br />
heeft op vermoeidheid, angst en depressie.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Symptomen bij patiënt, partners en kinderen<br />
25-33% van de mammacarcinoom patiënten blijkt klinisch relevante distress te ervaren [Kootstra 2008,<br />
Ganz 2002, Ganz 2003, Burgess 2005].<br />
Problemen die zoal gerapporteerd worden zijn:<br />
• pijn, vermoeidheid en seksuele problemen in het fysieke domein,<br />
• angst, depressie, onzekerheid, posttraumatische stresssymptomen en controleverlies in het<br />
emotionele domein<br />
• verlies van contacten en werk in het sociale domein<br />
• vragen over “waarom ik” en “waarom nu” en angst te overlijden in het existentiële/spirituele domein<br />
• moeite met huishouden en opvang van kinderen in het praktische domein.<br />
De psychosociale en verwerkingsproblematiek bij de meerderheid van de patiënten kan optreden vanaf het<br />
moment van diagnose, maar vooral in het eerste jaar na de behandeling: in de loop van het eerste jaar<br />
neemt bij kanker-survivors de prevalentie van depressie en angst weer af tot niveaus die vergelijkbaar zijn<br />
met de algemene bevolking [Ganz, 1996]. Een kleine subgroep heeft na enkele jaren nog steeds<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 181