Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
• Bij aanwijzingen voor maligniteit (onregelmatige of slecht afgrensbare tumor, tumor die vastzit aan<br />
de huid en/of onderlaag, schilfering of eczeem van de tepel (en niet alleen de tepelhof), huid- en/of<br />
tepelintrekking, regionale lymfklierzwelling, non-puerperale mastitis die niet vlot geneest): verwijs<br />
direct naar een mammapoli.<br />
• Bij lokale palpabele afwijking zonder aanwijzingen voor maligniteit en leeftijd van 30 jaar of ouder:<br />
mammogram. Bij jonge vrouwen echografie, tenzij de afwijking verdwenen is in een andere fase<br />
van de cyclus.<br />
♦ Bij verdachte uitslag: verwijs naar de mammapoli.<br />
♦ Bij gunstige uitslag: controle na 3 maanden. Bij nog aanwezige palpabele afwijking of<br />
toename in grootte: verwijs naar mammapoli.<br />
• De vrouw voelt een knobbeltje, de huisarts niet: controleer na 2 weken. Als de vrouw iets blijft<br />
voelen: verricht alsnog mammografie (bij vrouwen jonger dan 30 jaar echografie). Bij aanhoudende<br />
klachten: verwijs naar mammapoli.<br />
• Bij lokale pijn of gevoeligheid in één borst: controleer na 2 weken en bij aanhoudende klachten na<br />
3 maanden; bij persisterende klachten: verricht mammografie. Bij aanhoudende pijnklachten 3<br />
maanden na een negatieve uitslag van het mammogram: verwijs naar mammapoli.<br />
Diffuse klachten of afwijkingen<br />
• Diffuus knobbelig borstweefsel (vaak zijn er ook pijnklachten) wijst meestal op mastopathie. Vast,<br />
dicht, knobbelig borstklierweefsel kan een carcinoom maskeren en is daarom een indicatie voor<br />
een mammogram. Blijf waakzaam bij vrouwen met mammografisch dicht klierweefsel en herhaal<br />
bij nieuwe klachten het mammogram.<br />
• Diffuus gevoelige of pijnlijke borsten zonder afwijkingen bij lichamelijk onderzoek vormen geen<br />
indicatie voor een mammogram.<br />
Tepeluitvloed<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
• Denk bij bruine of bloederige tepeluitvloed aan een maligniteit. Een andere oorzaak kan een<br />
melkgangfistel zijn met een fistelopening op de rand van de tepelhof. Verwijs naar een mammapoli<br />
bij tepeluitvloed omdat mammografie onvoldoende houvast geeft.<br />
• Enkel- of dubbelzijdige, melkachtige of heldere tepeluitvloed geeft geen reden om te denken aan<br />
mammacarcinoom en vormt geen indicatie voor mammografie of verwijzing.<br />
Als een vrouw zich presenteert met nieuwe klachten is een recent mammogram zonder afwijkingen (BOB<br />
of anderszins) geen reden om van de geformuleerde richtlijnen af te wijken.<br />
Indien aanvullend beeldvormend onderzoek geïndiceerd is, dient dit bij vrouwen ouder dan 30 jaar te<br />
bestaan uit mammografie, zo nodig aangevuld met echografie. Bij vrouwen jonger dan 30 jaar is echografie<br />
het onderzoek van keuze vanwege de geringe positief voorspellende waarde van mammografie bij deze<br />
groep. Uiteraard is mammografische evaluatie wel geïndiceerd als het echografisch onderzoek<br />
onvoldoende verklaring biedt. De huisarts geeft bij de aanvraag van beeldvormend onderzoek adequate<br />
informatie aan de radioloog over de indicatie (volgens de bovengenoemde rubricering), de zijdigheid, aard<br />
en lokalisatie van bij klinisch borstonderzoek gevonden afwijkingen, en gegevens van belang uit de<br />
anamnese (familiaire belasting, doorgemaakte mastitis, eerdere mammachirurgie, etc.).<br />
Overwegingen:<br />
Mastopathie is een verzamelbegrip van diverse klachten en aandoeningen van een of beide borsten zowel<br />
bij mannen als bij vrouwen. De hier gebruikte definitie luidt: vast, korrelig en hobbelig borstweefsel,<br />
gevoelig bij palpatie en soms spontaan pijnlijk, bij vrouwen vooral premenstrueel. Daarnaast kan sprake<br />
zijn van niet-cyclische klachten of pijn in de thoraxwand. In deze definitie zijn zowel palpatoire bevindingen<br />
als klachten van de patiënt betrokken. Begrippen als mastalgie, mastodynie en fibrocysteuze ziekte worden<br />
soms gehanteerd, maar geven slechts een deel van het probleem weer [Knuistingh Neven, 2007].<br />
Bij mastopathie kunnen de volgende histologische veranderingen worden gezien: fibrocysteuze<br />
veranderingen, adenosis, scleroserende adenosis en epitheelproliferatie. Bij mammografie blijkt, dat bij het<br />
optreden van mastopathische klachten niet altijd sprake is van dens klierweefsel, maar er kan sprake zijn<br />
van micro- of macrocysten, van een korrelige of meer grillige klierstructuur, al dan niet in combinatie met<br />
dens klierweefsel, microcalcificaties en kalkmelk. Echografie is een goede aanvulling in geval van cysten,<br />
over de sensitiviteit van MRI verschillen de resultaten van de nog beperkte studieresultaten, mede omdat in<br />
de diverse studies wel wordt gecorreleerd met densiteit, maar niet met het klinische beeld [Boyd, 2006;<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 31