22.09.2013 Views

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />

tumor: 1 biopt was in 70% diagnostisch, 2 biopten in 92%, 3 biopten in 96% en 4 biopten in 100%.<br />

In een review van 8 studies [Youk, 2007] moest gemiddeld nog bij 10% een herhaling van de procedure<br />

plaatsvinden, omdat de punctieresultaten niet conclusief of discordant waren. In deze subgroep was het<br />

percentage maligniteiten nog aanzienlijk: 17%. Het uiteindelijke percentage foutnegatieve resultaten was<br />

laag. In de follow-up bedroeg het percentage foutnegatieven gemiddeld 4% (0-8%). Steeds wordt<br />

geconcludeerd, dat de resultaten vergelijkbaar zijn met de resultaten van een diagnostische excisiebiopsie<br />

[Helbich, 2004; Fajardo, 2004; Youk, 2007]. Dit wordt bevestigd door de systematische review van<br />

Bruening (2010).<br />

Histologie met röntgengeleide, stereotactische dikke-naaldbiopsie<br />

Een niet-palpabele laesie, die alleen mammografisch in beeld komt, kan met behulp van de<br />

röntgengeleide, stereotactische procedure worden gepuncteerd. Dit kan met behulp van een speciale tafel,<br />

waarbij de patiënte de procedure in buikligging ondergaat of met een hulpstuk, dat aan de<br />

mammografie-apparatuur wordt bevestigd, waardoor de procedure zittend of in zijligging kan worden<br />

uitgevoerd. De resultaten van deze procedures zijn vergelijkbaar. Deze procedure is tijdrovender en<br />

invasiever en wordt met name gebruikt bij microcalcificaties.<br />

De beste resultaten worden verkregen na ten minste 5 biopsieën, de overeenstemming met de definitieve<br />

PA-diagnose varieert van 87-96% [Verkooijen, 2000; Helbich, 2004; Fajardo, 2004]. Ook hier kan worden<br />

geconcludeerd, dat de resulaten vergelijkbaar zijn met de resultaten van een diagnostische excisiebiopsie<br />

[Verkooijen, 2002; Helbich, 2004; Fajardo, 2004].<br />

Histologie met vacuum-assisted biopsie-apparatuur<br />

Met de vacuum-assisted biopsie-apparatuur kunnen in hoog tempo meerdere biopten worden verkregen,<br />

met naalden van 10-11G. De biopten zijn dankzij een vacuümsysteem groter in omvang en worden<br />

semi-automatisch verkregen. Hierdoor kan het aantal biopten snel oplopen tot 6 stuks of een meervoud<br />

hiervan. Deze apparatuur is bij uitstek geschikt voor het verkrijgen van histologisch materiaal onder<br />

stereotaxie. Deze procedure is invasiever dan de ‘gewone’ stereotactische dikke naald biopsie en kent een<br />

hoger complicatiepercentage, met name hematoomvorming. Ook hier betreft het voornamelijk<br />

microcalcificaties, daarnaast radial scars en architectuurverstoringen. Bij de door Fahrbach (2006)<br />

geïncludeerde studies werd vooral gekeken naar vermindering van het aantal in een naaldbiopt gemiste<br />

laesies en een mogelijke verbetering van de underestimate rate, d.w.z. of er minder vaak een diagnose<br />

atypische ductale hyperplasie (ADH) op het naaldbiopt werd afgegeven terwijl in de excisie een DCIS werd<br />

gevonden, of op het naaldbiopt een diagnose DCIS terwijl in de excisie een invasief carcinoom werd<br />

aangetroffen. Als referentie diende, indien beschikbaar, de diagnose van de excisie en indien niet<br />

beschikbaar een klinische/radiologische follow-up van ten minste 1 jaar. Bij Fahrbach (2006) waren de<br />

meeste afwijkingen niet palpabel (97%) en bestonden uit microcalcificaties (64%), veelal beoordeeld als<br />

BI-RADS 4 of 5 (90%). De meeste patiënten werden met buikliggingapparatuur gebiopteerd. Bij vergelijking<br />

tussen de vacuum-assisted biopsie en de conventionele naaldbiopsie vielen de volgende verschillen op:<br />

Het aantal biopten was gemiddeld 13,3 (range 10-17) in de studies met vacuum-assisted<br />

biopsie-apparatuur en 6,6 (range 5-10) bij de conventionele naaldbiopsie. Het aantal mislukte procedures<br />

was bij de vacuum-assisted biopsie-apparatuur lager (1,5% vs 5,7%) en ook het aantal niet-diagnostische<br />

biopten was lager (0% vs 2,1%). Dit wordt ook geconcludeerd in de studie van Jackman (2009). Toch kan<br />

ook op deze wijze een foutnegatief resultaat niet geheel worden uitgebannen: in een door Fahrbach<br />

geciteerde Duitse multicenter studie, waarbij 20 biopten werden genomen per vacuum-assisted procedure<br />

bij 2.874 laesies, werd toch nog eenmaal een foutnegatief resultaat verkregen [Kettritz, 2004].<br />

MRI-geleide histologische biopsie<br />

MRI-geleide biopsie is geïndiceerd bij BI-RADS 4 en 5 laesies, die ten minste 5 mm of groter zijn en die<br />

niet gevonden zijn bij second-look echografie of mammografie mits de PA van de laesie consequenties<br />

heeft voor het chirurgisch beleid. Cytologie is niet zinvol, door weefselverschuiving kan gemakkelijk sample<br />

error optreden. Als de laesie moeilijk te bereiken is, kan meestal wel draadlokalisatie worden verricht.<br />

Er is een prospectieve multicenter cohortstudie verricht [Perlet, 2006] en een toenemend aantal<br />

retrospectieve cohortstudies, hetzij met dikke naald, hetzij met vacuümsystemen [Han, 2008; Li, 2009;<br />

Malhaire, 2010; Peters, 2009; Schrading, 2010]. Hiermee kunnen grotere aantallen 10G biopten genomen<br />

worden, waardoor sample error wordt verkleind. Na de biopsie wordt een controleserie zowel voor als na<br />

clipplaatsing geadviseerd. De technische uitvoering vereist expertise. De uitvoering met<br />

console-apparatuur in plaats van vrije-hand-techniek maakt de procedure nauwkeuriger en sneller<br />

[Schrading, 2010].<br />

Het aantal benodigde MRI-series en het in- en uitschuiven van de patiënt is bepalend voor de<br />

onderzoeksduur [Noroozian, 2009]. De technische succespercentages zijn hoog en variëren tussen<br />

03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 84

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!