Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
globaal 25% relatieve risico reductie op overlijden aantoonde met de toen beschikbare adjuvante<br />
systemische therapieën.<br />
De effectiviteit van de huidige chemo- en hormonale therapie is echter groter. Uit de gegevens van de<br />
meta-analyse van 2000 (publicatie 2005) blijkt dat de vijftienjaars relatieve risico reductie op overlijden door<br />
anthracycline-bevattende chemotherapie, tamoxifen of de combinatie van beide modaliteiten 20-57%<br />
bedraagt (zie Tabel).<br />
Adjuvante systemische therapie wordt geadviseerd indien het absolute risico op een tienjaars mortaliteit<br />
15% of meer bedraagt. Met de genoemde relatieve reducties in de kans op overlijden wordt dan voor de<br />
meeste categorieën patiënten de absolute kans op sterfte met 4-5% gereduceerd. Voor kans op recidief<br />
geldt minimaal een absolute reductie van 10% als minimale voorwaarde. Met de huidige adjuvante<br />
behandelingen wordt dit vrijwel steeds bereikt bij een kans op recidief van 25% of hoger.<br />
Er zijn verschillende richtlijnen die kunnen helpen bij de behandelbeslissing: St. Gallen, NCCN, en ASCO<br />
richtlijnen. Nadeel is dat geen van deze richtlijnen een kwantitatieve indruk geeft van de winst in<br />
(ziektevrije-) overleving die kan worden verwacht door de geselecteerde behandeling. In het programma<br />
Adjuvant! wordt met patiënt- en tumorgerelateerde kenmerken een inschatting gemaakt van de prognose<br />
en het effect van de verschillende behandelingsmogelijkheden [Ravdin, 2001]. Het programma is<br />
gevalideerd in verschillende grote datasets, on-line te bezoeken (www.adjuvantonline.com) [Olivotto,<br />
2005]. Opbouw van deze database berust op SEER (Surveillance, Epidemiology and End Results) data<br />
met op USA-data gebaseerde, kankerspecifieke overlevings- en recidief-curves. De relatieve winst door<br />
vermindering van recidief- en sterftekansen is afkomstig uit de meta-analyse van de EBCTCG en is<br />
verwerkt in deze curves, om te komen tot leeftijds- en tumorkenmerk-afhankelijke risicoschattingen.<br />
Het programma onderscheidt drie categorieën chemotherapieschema’s:<br />
• Eerste generatie schema’s zijn 6 kuren CMF en 4 kuren AC.<br />
• Tweede generatie schema’s zijn 6 kuren CAF, 6 kuren FE100C/CE120F, 4 kuren AC gevolgd door<br />
4 kuren paclitaxel, en 4 kuren TC (docetaxel, cyclofosfamide).<br />
• Derde generatie schema’s zijn 6 kuren TAC, 3 kuren FE100C gevolgd door 3 kuren docetaxel, 4<br />
kuren AC gevolgd door 4 kuren docetaxel of 12 kuren paclitaxel wekelijks en dose-dense (q 2<br />
weken) 4 kuren AC gevolgd door 4 kuren paclitaxel.<br />
De tweede en met name de derde generatie schema’s zijn voornamelijk onderzocht bij N+ patiënten.<br />
Bij de hormonale interventies worden tamoxifen of de combinatie van tamoxifen met ovariële ablatie als<br />
even effectief beschouwd bij de premenopauzale patiënt. Voor de postmenopauzale patiënt is tamoxifen de<br />
eerste generatie endocriene therapie en zijn de behandeling met een aromataseremmer of de sequentiële<br />
behandeling van tamoxifen gevolgd door een aromataseremmer dan wel een aromataseremmer gevolgd<br />
door tamoxifen voor een periode van 5 jaar de tweede generatie endocriene therapie.<br />
De sterfterisico’s van HER2 overexpressie en de overlevingswinst van behandeling met trastuzumab zijn<br />
nog niet opgenomen in Adjuvant!. De keuzes voor adjuvant behandelen of niet zijn in deze richtlijn<br />
gebaseerd op de tabellen van dit programma, en komen voor een belangrijk deel overeen met de nieuwe<br />
St. Gallen criteria.<br />
In aanmerking voor behandeling komen:<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
• alle patiënten met een N+ tumoren, of<br />
• een ongunstige N0 tumor:<br />
♦ leeftijd < 35 jaar behalve een graad I tumor ≤ 1cm<br />
♦ leeftijd ≥ 35 jaar met een tumor van 1,1-2 cm en ≥ graad II of met een tumor > 2 cm).<br />
♦ bij HER2 overexpressie in een tumor ≥ 0,5 cm ongeacht andere kenmerken kan<br />
systemische therapie ook worden overwogen.<br />
Tot op heden zijn de meeste studies verricht in de algemene mammacarcinoompopulatie, waarbij geen<br />
rekening gehouden is met de moleculaire heterogeniteit van de ziekte. Op basis van retrospectieve studies<br />
wordt wel ongeveer sinds 2000 de hormoonreceptorstatus gebruikt als leidraad voor hormonale therapie.<br />
Ontwikkelingen zijn gaande om met behulp van moleculaire technieken testen te ontwikkelen die kunnen<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 107