Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gemetastaseerd mammacarcinoom<br />
Literatuurbespreking:<br />
Het op afstand gemetastaseerd mammacarcinoom moet worden beschouwd als een niet curabele ziekte.<br />
De mediane overleving na vaststelling van de metastasering is ongeveer 2 jaar [Bloom, 1962; Ellis, 2000;<br />
Hayes, 1995; Wood, 2005]. Er is echter een grote heterogeniteit in overleving; variërend van enkele<br />
maanden tot vele jaren [Falkson, 1990; Giordano, 2004; Greenberg, 1996; Hayes, 1995; Yamamoto, 1990].<br />
Een belangrijke doelstelling bij de behandeling van het gemetastaseerde mammacarcinoom is het<br />
handhaven of verbeteren van de kwaliteit van leven door het bestrijden of voorkomen van klachten.<br />
Door de toename in nieuwe hormonale en cytostatische behandelopties is de vijfjaars overleving van<br />
gemetastaseerde patiënten gestegen van 15% in de periode 1989-1994 naar 23% in de periode<br />
2005-2009. Een klein aantal patiënten met hormoongevoelige tumoren of met een complete remissie na<br />
chemotherapie kan zeer langdurige en stabiele remissies tonen na systemische behandeling [Bloom, 1962;<br />
Ellis, 2000; Hayes, 1995; Wood, 2005].<br />
Diagnostiek<br />
Aanbevelingen:<br />
Bij klinische verdenking op een metastase wordt conventionele diagnostiek geadviseerd.<br />
Na het stellen van de diagnose metastase is een volledig stadiëringsonderzoek aangewezen.<br />
Histologische bevestiging van de diagnose gemetastaseerd mammacarcinoom wordt geadviseerd, ook<br />
voor bepaling van hormoonreceptor en HER2 overexpressie, en ter uitsluiting van een benigne afwijking of<br />
een andere primaire tumor.<br />
Tumormarkerbepalingen van CA27.29, of CA15.3 of CEA worden bij het ontbreken van<br />
meetbare/evalueerbare ziekte geadviseerd om het effect van de behandeling te evalueren.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Metastasering komt bij 75% van de patiënten aan het licht naar aanleiding van klachten [Rutgers, 1989].<br />
De diagnostiek is gericht op de aard van de klachten en op de bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Indien<br />
bij onderzoek naar aanleiding van klachten metastasen worden gedetecteerd moet een volledige stadiëring<br />
plaatsvinden (zie Preoperatieve stadiëring). Het doel hiervan is om andere en bedreigende<br />
tumorlokalisaties op te sporen, een prognose te bepalen en het effect van behandeling te evalueren. De<br />
lokalisatie en uitgebreidheid van de ziekte kunnen de therapiekeuze beïnvloeden.<br />
Beeldvormend onderzoek<br />
Klachten van het houdings- en bewegingsapparaat<br />
Bij 85% van alle patiënten met gemetastaseerde ziekte treedt metastasering naar het skelet op [Wood,<br />
2005; Ellis, 2000]. Het skelet is ook vaak de eerste localisatie van metastasen, met een voorkeur voor<br />
wervelkolom en bekken gevolgd door ribben, schedel en femur [Hamaoka, 2004].<br />
De skeletscintigrafie is sensitief en geeft een goed overzicht van het gehele skelet en is het onderzoek van<br />
eerste keuze en wordt aangevuld met skeletfoto’s van symptomatische en afwijkende gebieden. Dit kan<br />
eventueel verder uitgebreid worden met een MR onderzoek. Om riblaesies te beoordelen heeft CT de<br />
voorkeur, eventueel als onderdeel van FDG-PET-CT als volledige stadiëring geïndiceerd is.<br />
Thoracale klachten<br />
Intrathoracale metastasen van mammacarcinoom gaan vaak naar longen, pleura, mediastinum en<br />
luchtwegen. Ter inventarisatie wordt een X-thorax geadviseerd. CT-thorax is echter de belangrijkste<br />
modaliteit. Pleuritis carcinomatosa is bij 20% van alle patiënten met gemetastaseerde ziekte het eerste<br />
symptoom van metastasering, voor longmetastasen worden frequenties van 15-25% genoemd. Solitaire<br />
longlaesies blijken in ongeveer de helft van de gevallen te berusten op primair bronchuscarcinoom [Casey,<br />
1984]. Histologische bevestiging is daarom noodzakelijk voor een adequate stadiëring en planning. Bij<br />
gedissemineerde ziekte zijn de mediastinale lymfklieren frequent aangedaan. Bij de beoordeling met CT is<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 142