Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
was gegeven) moet worden gevolgd.<br />
Bij primair operabele ziekte (stadium I, II: cT1-2N0-1 of cT3N0) is de standaard:<br />
• géén regionale behandeling bij negatieve oksel/SWK<br />
• OKD of radiotherapie bij een positieve SWK<br />
• OKD bij niet geïdentificeerde SWK of primair positieve klieren (cN1).<br />
Indien bij OKD meer dan 3 tumorpositieve klieren worden gevonden is postoperatieve locoregionale<br />
radiotherapie geïndiceerd.<br />
In de jaren 60 werd locoregionale radiotherapie de standaardbehandeling bij locoregionaal uitgebreid<br />
mammacarcinoom (stadium III, (cT3N1; cT4N0-1; cT1-4N2-3), omdat (gemodificeerd) radicale<br />
mastectomie zeer slechte resultaten op het gebied van overleving en locoregionale controle gaf<br />
[Haagensen, 1963; Dahl Iversen, 1963; Kaae, 1963]. Hoewel in veel fase II studies over neoadjuvante<br />
chemotherapie mastectomie met OKD werd uitgevoerd teneinde de pathologische CR rate te kunnen<br />
vaststellen bestaat geen evidence over de therapeutische waarde daarvan. Aan de behandeling van<br />
aangetoonde kliermetastasen in het periclaviculaire kliergebied of de parasternale klierketen (N3) kan een<br />
OKD uiteraard geen nuttige bijdrage leveren. Aan elkaar of aan de thoraxwand gefixeerde okselklieren<br />
kunnen wel met een OKD behandeld worden maar in die situatie is vrijwel zeker postoperatieve<br />
radiotherapie geïndiceerd, omdat het dan meestal meer dan drie tumorpositieve klieren betreft. Het nadeel<br />
van OKD plus postoperatieve regionale radiotherapie is dat die combinatie de arm en schouder morbiditeit<br />
doet toenemen [Larson, 1986; Ryttov, 1988].<br />
Conclusies:<br />
Niveau<br />
1<br />
Niveau 1<br />
Niveau<br />
2<br />
Niveau<br />
2<br />
Bij een resectabel, lokaal uitgebreid mammacarcinoom verkleint radiotherapie, toegevoegd aan<br />
chemotherapie en chirurgie, de locoregionale recidiefkans met een factor drie en verbetert<br />
daarmee de lange termijn (15-jaars) overleving.<br />
A1 EBCTCG 2000<br />
A2 Overgaard 1999, Ragaz 2005<br />
Bij een klassiek irresectabel locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom is wel een<br />
verbetering in locoregionale controle door radiotherapie aangetoond, maar geen<br />
overlevingsvoordeel.<br />
A2 Papaioannou 1983, Olson 1997<br />
Na neoadjuvante chemotherapie zijn zowel het initiële klinisch ziektestadium als het<br />
postoperatieve stadium onafhankelijke voorspellers van het locoregionale recidiefrisico. Zelfs<br />
indien een pathologische complete remissie is bereikt.<br />
B Buchholz 2008, Garg 2004, Huang 2004, McGuire 2007<br />
Na neoadjuvante chemotherapie lijkt de locoregionale controle, de ziektevrije overleving en de<br />
ziektespecifieke overleving door postoperatieve radiotherapie te worden verbeterd bij patiënten<br />
met meerdere risicofactoren (cT3-4, cN2-3, pN+).<br />
B Huang 2004, McGuire 2007<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Overwegingen:<br />
In geval van downstaging van N 2 ziekte naar yN 1 kan worden overwogen een OKD uit te voeren om de<br />
tumorload voorafgaande aan radiotherapie te verminderen. Kuerer vond met dit beleid slechts 3<br />
okselrecidieven in een serie van 191 patiënten met initieel klier positief stadium III mammacarcinoom.<br />
[Kuerer 1998,1999] Hij suggereerde dat bij klinisch negatief geworden oksel gekozen zou kunnen worden<br />
tussen OKD of radiotherapie.<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 134