Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Puur pragmatisch wordt voor de bewerking van de SWK het volgende geadviseerd:<br />
• lymfklieren tot 0,5 cm geheel insluiten; lymfklieren groter dan 0,5-1,0 cm overlangs halveren en<br />
beide helften zo inbedden dat de centrumzijde wordt aangesneden; klieren groter dan 1 cm in<br />
lamellen totaal inbedden.<br />
• de paraffineblokken worden op ten minste 3 niveaus aangesneden met 250 µm tussenruimte; van<br />
elk niveau wordt 1 coupe HE gekleurd. Immunohistochemisch onderzoek met antilichaam tegen<br />
keratine (CAM5.2 of AE1/AE3) wordt hieraan toegevoegd in geval van HE-negatieve SWK. Om<br />
praktische redenen kan het handig zijn om meteen immunohistochemie te doen [Jensen, 2010;<br />
Tille, 2009].<br />
• In de praktijk betekent dit dat vrijwel elke SWK gehalveerd wordt en dus op ten minste 6 niveaus<br />
wordt aangesneden.<br />
Rapportage SWK<br />
Wat betreft de rapportage van de SWK-status wordt geadviseerd de volgende categorieën te gebruiken:<br />
• SWK vrij van tumor (pN0 (i-) (sn)).<br />
• SWK met geïsoleerde tumorcellen (ITC; solitaire cellen of celclusters kleiner dan of gelijk aan 0,2<br />
mm) (pN0 (i+) (sn)).<br />
• SWK met micrometastase (een focus > 0,2 mm en ≤2 mm of in totaal meer dan 200 cellen)<br />
(pN1(mi)(sn)).<br />
• SWK met macrometastase (groter dan 2 mm) (pN1 (sn)).<br />
Rapportage OKD<br />
Wat betreft de rapportage van de OKD wordt geadviseerd de volgende items te vermelden:<br />
• aantal onderzochte lymfklieren<br />
• aantal klieren met metastasen en het soort metastasen (macro- (>2 mm), micro- (>0,2 -≤2 mm),<br />
ITC (≤ 0,2 mm)).<br />
• status mediale okseltopklier<br />
• eventuele aanwezigheid van convoluutvorming<br />
• uitbreiding van tumor in het perinodale vetweefsel en, indien van toepassing, eventuele bedreiging<br />
van het resectievlak<br />
Criteria voor onderscheid ITC en micrometastase<br />
Beslisdiagram voor maken onderscheid tussen ITC/pN0(i+) en micrometastases/pN1mi volgens de<br />
zevende editie van de TNM-classificatie (Cserni, 2011).<br />
• Afstand tussen cellen/clusters, lokalisatie in de sinus of parenchym of uitbreiding buiten de<br />
lymfklier is niet van invloed op de classificatie.<br />
• Een cluster is een confluent focus van tumorcellen in contact met andere tumorcellen. Echter,<br />
tumorcellen van elkaar gescheiden door desmoplastisch/fibrotisch stroma worden geïnterpreteerd<br />
als confluent.<br />
• De bovengrens van 0,2 mm wordt gebruikt voor clusters en 200 cellen als bovengrens voor<br />
discohesieve cellen of vrijwel cohesief gelegen clusters.<br />
Massale extranodale groei<br />
Van massale extranodale groei is sprake als er zodanige tumorgroei is in het okselvet, dat er twijfel is over<br />
de radicaliteit ter plaatse van de oksel. In dat geval is er een indicatie voor nabestralen van de oksel.<br />
Minimale criteria voor de diagnose DCIS - dd. invasief carcinoom<br />
Aanbevelingen:<br />
Om bij DCIS invasie uit te sluiten moeten laesies kleiner dan 4 cm geheel worden ingesloten; Van grotere<br />
laesies moeten ten minste 10 blokken met de laesie worden ingesloten, bij voorkeur op geleide van een<br />
specimen lamellogram.<br />
Voor goed gedifferentieerde DCIS met een geringe afmeting wordt de term atypische ductale hyperplasie<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 95