Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
De screeningsorganisatie<br />
De 5 regionale screeningsorganisaties zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de screening. Taken en<br />
verantwoordelijkheden van screeningslaboranten zijn te vinden op www.lrcb.nl. De organisaties dragen er<br />
zorg voor dat alle vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek zo snel als organisatorisch<br />
mogelijk – bij voorkeur binnen 10 werkdagen [Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector, 2006] –<br />
per post bericht ontvangen over de uitslag. De uitslag wordt bij voorkeur niet zodanig verstuurd dat het<br />
bericht op een vrijdag of vlak voor feestdagen aankomt. Bij een positieve uitslag wordt de huisarts op de<br />
hoogte gesteld voordat de cliënt is geïnformeerd. De vrouw krijgt dan het advies met de huisarts contact op<br />
te nemen. Zij ontvangt tevens de folder “Als nader onderzoek noodzakelijk is”. In veel gevallen neemt de<br />
huisarts contact op met de vrouw voordat zij de brief ontvangt, dit is de preferente werkwijze.<br />
De screeningsorganisatie draagt zorg voor de verzending van een verwijsbrief en voor de beschikbaarheid<br />
van de digitale beelden. De screeningsorganisatie communiceert tijdig met de omgevende ziekenhuizen<br />
over de regionale planning van de screening, opdat de ziekenhuizen de capaciteit van de mammapoli<br />
daarop kunnen aanpassen.<br />
De huisarts<br />
Indien een vrouw is verwezen voor nadere diagnostiek, heeft de huisarts de volgende<br />
verantwoordelijkheden:<br />
• Voorlichting geven aan de vrouw over de te volgen procedure, als aanvulling op de in de<br />
uitslagbrief vermelde informatie.<br />
• Zorgdragen voor verwijzing naar een mammapoli/mammateam, rekening houdend met de<br />
voorkeur van de vrouw. In de meeste regio’s geschiedt verwijzing met behulp van een<br />
formulierenset. Het voor de specialist bestemde formulier uit de set bevat deze gegevens<br />
eveneens en heeft ruimte voor aanvullende informatie van de huisarts, zoals relevante<br />
anamnestische gegevens. Deze bescheiden moeten aan de vrouw worden meegegeven.<br />
• Zelf contact opnemen met de vrouw, indien zij geen contact opneemt met de huisarts.<br />
• Melding van de verwijzing (welke specialist, welk ziekenhuis) aan de screeningsorganisatie.<br />
Hiertoe kan in veel regio’s gebruik worden gemaakt van een in de formulierenset aanwezig<br />
retourblad, waarop de gegevens van de vrouw al ingevuld staan.<br />
Het mammateam<br />
De specialisten betrokken bij de nadere diagnostiek (het mammateam) van vrouwen verwezen uit het<br />
bevolkingsonderzoek zijn ervoor verantwoordelijk dat:<br />
• diagnostiek en behandeling plaatsvinden in een herkenbare organisatiestructuur (zie Organisatie<br />
van de zorg);<br />
• de huisarts bijtijds op de hoogte is van de bevindingen van de verdere diagnostiek, het<br />
behandelplan en de resultaten daarvan;<br />
• de screeningsorganisatie (liefst binnen drie maanden) op de hoogte wordt gebracht van de<br />
resultaten van de diagnostiek.<br />
De vrouw brengt bij haar bezoek aan de mammapoli de door de screeningsorganisatie toegezonden<br />
bescheiden mee. De chirurg of verpleegkundig specialist mammacare ziet erop toe, dat de radioloog kan<br />
beschikken over de mammogrammen en de additionele informatie. Ook de patholoog moet de beschikking<br />
hebben over deze informatie.<br />
Informatieoverdracht naar de patiënt<br />
Goed geïnformeerde patiënten zijn beter in staat stress te verwerken. De informatie over de<br />
vervolgonderzoeken dient aan de patiënt te worden verstrekt op ieder moment van het diagnostische<br />
proces, maar zal voornamelijk worden verschaft op de mammapoli door de behandelend chirurg en de<br />
verpleegkundig specialist mammacare.<br />
Moeilijk uit te voeren mammografische onderzoeken<br />
In het kader van de Wet Gelijke Behandeling is door het RIVM in 2008 bepaald, dat alle vrouwen in<br />
Nederland terecht moeten kunnen in een onderzoekscentrum van de screening. Voor vrouwen met een<br />
lichamelijke handicap is iedere screeningsunit voorzien van een lift. In uitzonderingsgevallen kan men een<br />
beroep doen op een vaste onderzoekslocatie of ziekenhuis.<br />
Een andere groep vormen de vrouwen, bij wie het mammogram technisch niet goed uitvoerbaar kan zijn,<br />
bijvoorbeeld vrouwen met status na mammasparende therapie en siliconenprothesen (zie ook<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 19