22.09.2013 Views

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Niveau 1<br />

C Omlin 2006<br />

<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />

Adjuvante therapie met tamoxifen bij de sparende behandeling van het DCIS, verwijderd<br />

met tumorvrije resectievlakken, leidt tot een beperkte verbetering van de lokale<br />

tumorcontrole en niet tot een overlevingswinst.<br />

A2 EBCTCG 2010, Fisher 1999, UKCCCR 2003, Wapnir 2011<br />

Overwegingen:<br />

Aan de patiënte met DCIS dient duidelijk gemaakt te worden dat het gaat om een voorstadium van<br />

mammacarcinoom, waarin dit nog niet invasief is en nog niet is uitgezaaid. De genezingskans is hoog maar<br />

een volledige excisie van de aandoening is belangrijk. Dit wordt met grote mate van zekerheid bereikt door<br />

mastectomie terwijl MST mogelijk is als de aandoening met vrije snijvlakken kan worden verwijderd. Ook<br />

moet worden uitgelegd dat regelmatige controles met mammografie geïndiceerd zijn.<br />

Voor M. Paget van de tepel met onderliggend DCIS gelden dezelfde overwegingen als bij DCIS [Bijker,<br />

2001; Fisher, 1993-2000].<br />

Primaire locoregionale behandeling van stadium I-II<br />

Aanbevelingen:<br />

Disseminatie onderzoek<br />

Bij cT1-2N0-1 mammacarcinoom wordt pre-operatief disseminatie onderzoek niet aanbevolen.<br />

Symptomen die kunnen duiden op metastasen dienen geëvalueerd te worden.<br />

Bij een hoog postoperatief stadium is disseminatie onderzoek aangewezen.<br />

Mammasparende therapie (MST)<br />

MST dient alleen aan de patiënt te worden aangeboden als een goed cosmetisch resultaat en een<br />

evenzeer goede locoregionale tumorcontrole kan worden verwacht.<br />

Indien MST aangeboden wordt dient gefractioneerde radiotherapie van de gehele mamma al dan niet<br />

aangevuld met een boost een integraal onderdeel van de behandeling te zijn.<br />

Re-operatie is geïndiceerd bij meer dan focaal tumorpositief resectievlak (van de invasieve en/of DCIS<br />

component). Dit is de belangrijkste risicofactor voor het optreden van een lokaal recidief.<br />

MRI-compatibele clips dienen ten behoeve van de accuratesse van de radiotherapie op<br />

gestandaardiseerde wijze in het tumorbed geplaatst te worden.<br />

De winst door de boost dient afgezet te worden tegen de leeftijd, co-morbiditeit, en de kans op<br />

vermindering van het cosmetisch effect.<br />

Als bij patiënten ouder dan 50 jaar en zonder additionele risicofactoren de kans op een recidief < 1% per<br />

jaar is, kan na een R0 resectie de boost achterwege gelaten worden.<br />

Partiële borstbestraling dient - gezien de nog relatief korte follow-up - bij voorkeur binnen studieverband te<br />

worden toegepast.<br />

Mastectomie<br />

Indicaties voor radiotherapie van de thoraxwand na ablatieve chirurgie:<br />

• een tumorpositief resectievlak van de primaire tumor, irradicaliteit<br />

• cT4, pT4<br />

• pT3, afhankelijk van één of meer van de volgende risicofactoren, angio-invasieve groei, graad III,<br />

03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!