Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
♦ matig of slecht gedifferentieerd DCIS in biopten.<br />
De behandeling van DCIS is mastectomie of MST, bestaande uit microscopisch complete tumorexcisie en<br />
radiotherapie, waarbij een boost kan worden overwogen, met name bij jongere patiënten.<br />
Contra-indicaties voor MST:<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
• Multicentriciteit (de aanwezigheid van DCIS in meerdere kwadranten van de mamma)<br />
• Residuale ziekte: mammografisch aangetoond of resectievlak tumorpositief<br />
Bij puur DCIS in het excisiepreparaat is okselstadiëring niet geïndiceerd.<br />
Als postoperatief invasieve foci worden aangetroffen die groter zijn dan 5 mm, is lymfogene stadiëring aan<br />
te bevelen.<br />
Adjuvante (hormonale) behandeling na sparende behandeling (R0 resectie en radiotherapie) wordt niet<br />
geadviseerd.<br />
Voor M. Paget van de tepel met onderliggend DCIS gelden dezelfde behandelingsadviezen als bij DCIS.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Chirurgische behandeling<br />
De behandeling van DCIS vereist een multidisciplinaire samenwerking. In het MDO kan worden besloten of<br />
een MST of een mastectomie geadviseerd wordt, afhankelijk van de mogelijkheid van een complete excisie<br />
met goed cosmetisch resultaat [McCormick, 1991].<br />
Verder zijn voor een optimaal behandelingsresultaat van de sparende behandeling van het DCIS de<br />
volgende voorwaarden van belang:<br />
• Er is sprake van een unifocale laesie<br />
• Het mammogram is goed beoordeelbaar<br />
• De grootte van de laesie in verhouding tot de grootte van de mamma is zodanig, dat een complete<br />
en cosmetisch acceptabele resectie van het DCIS gebied is te voorzien. Vaak lukt dit niet bij<br />
laesies > 4 cm. Bij grotere laesies en de wens tot sparende behandeling dient de mogelijkheid van<br />
oncoplastische technieken te worden onderzocht en besproken met de patiënt.<br />
Verwijdering van de gehele mammaklier (mastectomie) en een mammasparende behandeling (MST) geeft<br />
een vrijwel 100% genezingskans [Westenberg, 2003; Bijker, 2006; Wapnir, 2011]. Gezien de schijnbare<br />
paradox dat invasief mammacarcinoom in het merendeel van de gevallen met MST behandeld kan worden,<br />
terwijl het voorstadium daarvan (DCIS) een verwijdering van de gehele mamma zou vergen, is veel<br />
onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van mammasparende behandeling.<br />
De resultaten van de SweDCIS-, NSABP B17-, EORTC 10853- en de UK/ANZ-studies tonen een hoog<br />
percentage mammografisch ontdekte laesies (40-70%). De mammacarcinoom gerelateerde sterfte van<br />
patiënten met DCIS is relatief beperkt en wisselt in de studies van 1% tot maximaal 4,1% in 10 jaar in de<br />
EBCTCG review. De sterfte is onafhankelijk van de primaire behandeling [Bijker, 2006; Cuzic, 2011;<br />
EBCTCG, 2010; Fisher, 1993; Fisher, 1998; Viani, 2007; Wapnir, 2011].<br />
Bij de MST van het DCIS moet gestreefd worden naar tumorvrije resectievlakken. Bij het DCIS blijkt de<br />
kans op irradicaliteit na bekende diagnose ongeveer 30% te zijn, dit komt door het veelal niet palpabel zijn<br />
van de tumor en de inherente discrepantie tussen de mammografische en de pathologische afmeting.<br />
Indien na re-excisie de resectievlakken niet vrij zijn, wordt een re-excisie of een mastectomie geadviseerd.<br />
Radiotherapie na excisie DCIS<br />
Er zijn inmiddels 4 grote gerandomiseerde onderzoeken met lange follow-up waarin de rol van wel of geen<br />
radiotherapie na excisie van DCIS is onderzocht [Fisher, 1998; Emdin, 2006; Bijker, 2006, Cuzick 2011]. In<br />
al deze trials samen halveert postoperatieve borstbestraling de ipsilaterale recidiefkans, maar verbetert de<br />
ziektevrije en totale overleving niet [EBCTCG, 2010]. De recidieven gevonden in de trials zijn in de helft<br />
van de gevallen wederom DCIS en betreffen invasieve carcinomen in de andere helft van de patiënten. De<br />
resultaten van alle DCIS trials laten hetzelfde beeld zien [EBCTCG, 2010].<br />
Uit de gerandomiseerde studies kunnen geen (grote) subgroepen geïdentificeerd worden waarin<br />
radiotherapie veilig achterwege gelaten zou kunnen worden [Bijker, 2001; Mokbel, 2006; Viani, 2007]. Ook<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 59