Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Risicoprofilering<br />
Literatuurbespreking:<br />
Uitgangsvraag, evidence based update tot najaar 2010, consensus based update tot zomer 2011<br />
Het doel van adjuvante systemische behandeling is om metastasering op afstand te voorkomen. Een<br />
goede selectie van patiënten die baat zullen hebben van een adjuvante behandeling is belangrijk vanwege<br />
bijwerkingen en kosten van deze therapieën. Risicoprofilering of prognosestratificatie houdt in dat patiënten<br />
met een goede prognose worden onderscheiden van de patiënten met een slechte(re) prognose, met als<br />
doel alleen die patiënten te selecteren, die baat hebben bij een behandeling. De identificatie van patiënten<br />
met een goede prognose die geen adjuvante therapie nodig hebben, impliceert echter nog niet dat alle<br />
patiënten met een slechtere prognose baat zullen hebben van adjuvante therapie.<br />
Prognostische factoren<br />
Literatuurbespreking:<br />
Er zijn verschillende classificatiesystemen in omloop om de kans op metastasering en sterfte van<br />
individuele patiënten in te schatten. De voornaamste zijn de Nottingham Prognostic Index (NPI) [Galea,<br />
1992], de St. Gallen classificatie [Goldhirsch, 2006; Goldhirsch, 2007; Goldhirsch, 2009] en Adjuvant!<br />
(www.adjuvantonline.com). Al deze classificatiesystemen zijn gebaseerd op de traditionele prognostische<br />
factoren waaronder tumorgrootte, lymfklierstatus en tumorgradering. In de St. Gallen classificatie wordt<br />
daarnaast gebruik gemaakt van de leeftijd bij diagnose, het aantal positieve lymfklieren, de<br />
oestrogeenreceptor status, de aanwezigheid van peritumorale vasculaire invasie en de overexpressie van<br />
HER2. Adjuvant! biedt bovendien de mogelijkheid om bij de predictie rekening te houden met de<br />
aanwezigheid van co-morbiditeit ten tijde van diagnose.<br />
De prognostische waarde van bovengenoemde traditionele prognostische factoren, zoals opgenomen in de<br />
NPI, de St. Gallen classificatie en Adjuvant! is reproduceerbaar gebleken in grote, onafhankelijk van elkaar<br />
uitgevoerde onderzoeken bij ongeselecteerde, elkaar niet overlappende patiëntenpopulaties [Boyages,<br />
2002; Boyages, 2006; Colomer, 2004; Lundin, 2006; Olivotto, 2005]. Verbetering van de prognostische<br />
waarde van de NPI door toevoeging van andere variabelen als progesteron receptor en HER2 lijkt<br />
mogelijk, maar is niet gevalideerd [van Belle, 2010]. Een kanttekening bij het St. Gallen<br />
classificatiesysteem is dat in de diverse validatiestudies een onevenredig groot deel van de patiënten met<br />
negatieve lymfklieren (> 70%) wordt geclassificeerd als intermediate risk of high risk en daarmee in<br />
aanmerking komt voor adjuvante systemische therapie [Boyages, 2002].<br />
Ten opzichte van de andere risicoclassificatiesystemen biedt Adjuvant! het voordeel dat per patiënt een<br />
schatting wordt gemaakt van de reductie van de sterftekans en recidiefkans die met de gangbare<br />
medicamenteuze behandelingen gerealiseerd kan worden. Deze schattingen zijn afkomstig uit de<br />
meta-analyses van de Early Breast Cancer Trialists’ Collaborative Group (EBCTCG). Op die manier vormt<br />
het een waardevol hulpmiddel bij de advisering van en besluitvorming met de patiënt. Ook biedt het<br />
systeem de mogelijkheid om de schattingen te modificeren op basis van aanvullende prognostische<br />
informatie, waarbij onder andere gedacht kan worden aan de HER2 status of angioinvasieve groei. De<br />
risicoschattingen in Adjuvant! zijn gebaseerd op data van enkele tienduizenden patiënten uit de<br />
Amerikaanse Surveillance, Epidemiology, and End-Results (SEER) registratie [Ravdin, 2001]. De<br />
predicties van het systeem zijn gevalideerd in een onafhankelijke population-based serie van 4.083<br />
Canadese patiënten [Olivotto, 2005]. De predicties bleken in grote mate accuraat, met uitzondering voor<br />
vrouwen jonger dan 35 jaar, waar Adjuvant! de absolute mammacarcinoomgerelateerde sterftekans met<br />
ongeveer 10% te laag inschatte. Mede op basis van deze bevindingen zijn in Adjuvant! de predicties voor<br />
vrouwen jonger dan 35 jaar bijgesteld. In een groep van 5.380 Nederlandse patiënten met een mediane<br />
follow up van 11,7 jaar bleek de voorspelling van 10 jaar totale overleving en specifieke overleving met<br />
Adjuvant! accuraat, met uitzondering van een te lage inschatting van de sterftekans met 4% voor patiënten<br />
jonger dan 40 jaar, ondanks eerdere aanpassing op basis van het Canadese onderzoek [Mook, 2009].<br />
Conclusies:<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 99