22.09.2013 Views

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verzoekster verwijst naar uw beslissing dd. 03.02.2005 (M1464) waarbij<br />

‘opeenvolgende opnames in diverse ziekenhuizen en psychiatrische<br />

inrichtingen over meerdere periodes en regio’s verspreid, inderdaad als een<br />

vorm van overmacht voor het niet tijdig indienen van een hulpverzoek kan<br />

beschouwd worden.’<br />

Verzoekster meent dat zij zich in een analoge overmachtsituatie bevindt.”<br />

Primo wordt ingegaan op het argument van verzoekster dat de termijn van<br />

verzet zou zijn blijven lopen omdat het vonnis niet aan de veroordeelde kon<br />

worden betekend.<br />

In de onderhavige zaak heeft de veroordeelde geen gekende woon- of<br />

verblijfplaats in België noch in het buitenland, zodat de betekening van het<br />

verstekvonnis werd gedaan aan de procureur des Konings. Deze betekening<br />

is regelmatig geschied op 25 februari 2009.<br />

Echter, deze betekening is feitelijk niet relevant in het licht van de inleiding<br />

van een procedure voor de Commissie. De Commissie vermoedt dat het<br />

refereren aan deze handeling berust op een foutieve lezing van artikel 31bis,<br />

§ 1, 4°, van de wet van 1 augustus 1985. Immers de termijn van drie jaar<br />

waarbinnen een verzoek voor de Commissie moet worden ingediend, loopt<br />

vanaf “de dag waarop definitief uitspraak is gedaan over de strafvordering.”<br />

In het laatste zinsdeel van dit artikel: “of de dag, indien deze van latere datum<br />

is, waarop uitspraak is gedaan over de burgerlijke belangen” wordt geen<br />

gewag gemaakt van een ‘definitieve uitspraak over de burgerlijke belangen.’<br />

Kortom, de wet van 1 augustus 1985 vereist nergens dat het vonnis, waarvan<br />

de datum de verjaringstermijn van drie jaar doet aanvangen, in kracht<br />

van gewijsde moet zijn getreden op burgerlijk vlak. De Commissie heeft<br />

reeds diverse malen de gelegenheid gehad haar standpunt hieromtrent te<br />

verwoorden en wordt hierin geruggensteund door rechtspraak van de Raad<br />

van State (R.v.St., nr. 3916, 26.01.2009, zaak G/A 191.029 en nr. 186.995,<br />

13/10/2008, zaak A.187.639/IX-5893).<br />

Wanneer de beslissing regelmatig is betekend, heeft de bij verstek<br />

uitgesproken veroordeling kracht van gewijsde na het verstrijken van de<br />

gewone termijn van verzet, weliswaar onder voorbehoud van een regelmatig<br />

verzet tijdens de buitengewone termijn van verzet.<br />

Vanaf het verstrijken van de gewone termijn van verzet heeft het verstekvonnis<br />

zijn normale uitwerking (Cass. 25 april 2001, Arr. Cass., 2001, 721). Zo kan het<br />

verstekvonnis gelden als basis voor de herhaling en kan de veroordeling een<br />

beletsel vormen voor strafuitstel, opschorting of probatie. Zodra de gewone<br />

termijn van verzet is verstreken, kan ook de burgerlijke partij het vonnis ten<br />

uitvoer leggen (A. VANDEPLAS, “De verjaring van het verzet”, noot onder<br />

Cass. 9 januari 2007, R.W., 2007-2008, 703).<br />

Indien nu de redenering zou gevolgd worden dat het vonnis gedurende de<br />

buitengewone termijn van verzet nog niet in kracht van gewijsde is getreden,<br />

355

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!