22.09.2013 Views

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

commission pour l'aide financiere aux victimes d'actes ... - Justice

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In zijn schriftelijke reactie d.d. 27 november 2008 alsook in zijn mondelinge<br />

toelichting verstrekt ter zitting d.d. 20 januari 2009, ging de raadsman van<br />

verzoeker absoluut niet akkoord met deze stelling. Hij stipte aan dat de<br />

Correctionele rechtbank in haar vonnis d.d. 11 maart 2008 met geen woord<br />

gerept had over enige medeverantwoordelijkheid van de heer M, zodat de<br />

Commissie, gelet op het definitief karakter en het gezag erga omnes van<br />

voormeld vonnis, niet zomaar kon beslissen dat verzoeker wél zou hebben<br />

bijgedragen tot de op hem gepleegde feiten.<br />

Echter, bij de totstandkoming van de wet van 1 augustus 1985 is de wetgever<br />

vertrokken vanuit een heel andere filosofie dan de in het gemeenrecht toegepaste<br />

bestraffing van de fout, nu de Staat niet de veroorzaker is van de schade. De<br />

reeds aangehaalde notie “collectieve solidariteit tussen de leden van eenzelfde<br />

natie” is op haar beurt gestoeld op het begrip “abnormaal sociaal risico” dat tot<br />

de ongelijkheid van de burgers terzake van de openbare lasten leidt. Het aldus<br />

gecreëerde mechanisme van “buitengewone schadeloosstelling” is tevens<br />

gebaseerd op de idee dat de collectiviteit naar billijkheid moet instaan voor<br />

het herstel van de schade die op zich als een sociale kwaal wordt beschouwd.<br />

Wat het onderhavig dossier betreft is de Commissie van oordeel dat<br />

verzoeker het hierboven uiteengezette principe van collectieve solidariteit zélf<br />

onmiskenbaar heeft geschonden in de mate dat hij blijk heeft gegeven van<br />

onoorbaar gedrag. Dat laatste blijkt ten overvloede uit bepaalde passages<br />

van het sub I geciteerd p.v.: “in de rechter achterzak van betrokkene treffen<br />

wij een keukenmes aan met zwart handvat, lengte 23 cm”; “zijn adem ruikt<br />

naar alcohol”; “zegt hij dat hij gevochten heeft”; “dat hij eens coke gerookt<br />

heeft op het appartement van die persoon.”<br />

Gelet op het bovenstaande meent de Commissie dat terecht toepassing kan<br />

gemaakt worden van voornoemd artikel 33, § 1, van de wet en acht zij het<br />

billijk om het hulpverzoek in zijn geheel af te wijzen.<br />

M80406 (2008)<br />

Ter zitting van de Commissie d.d. 8 december 2008 ondervroegen de<br />

Commissieleden de raadsman van verzoeker over de rol van zijn cliënt bij de<br />

feiten d.d. 26 december 2002.<br />

De raadsman lichtte toe dat de heer G [de verzoeker], als vierde beklaagde,<br />

werd vervolgd voor de Correctionele rechtbank te Hasselt (wegens “onder<br />

een bevel of onder een voorwaarde, mondeling, U te hebben bedreigd met<br />

een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf<br />

is gesteld”), doch dat hij van de hem ten laste gelegde betichting werd<br />

vrijgesproken. Terzake stelde de rechtbank het volgende:<br />

“De schuld van vierde beklaagde aan de hem ten laste gelegde feiten, zoals<br />

in de dagvaarding omschreven onder de betichting C, wordt niet naar eis<br />

van recht bewezen door de onderzoeksresultaten verzameld tijdens het<br />

gerechtelijk onderzoek en het ter zitting gevoerde onderzoek. Beklaagde<br />

423

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!