AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 627 - 12.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2589<br />
(...) dat de (eiser) daartegen inbrengt dat de (verweerster) tegen hem slechts over een<br />
subrogatoire vordering beschikt waarvan zij de grenzen niet kan omzeilen, en niet over<br />
een eigen recht, gegrond op artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek;<br />
(...) dat eraan dient herinnerd dat deze wettelijke bepaling, eenieder die door zijn schuld<br />
aan een ander schade berokkent, verplicht deze schade integraal te vergoeden, wat impliceert<br />
dat de benadeelde teruggeplaatst wordt in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden<br />
indien de fout waarover hij zich beklaagt, niet zou zijn begaan;<br />
(...) dat de (verweerster), aangezien zij haar personeelslid A. R. na het ongeval diens<br />
vroegere wedde is blijven doorbetalen en de werkgeversbijdrage daarop is blijven betalen,<br />
zonder daar arbeidsprestaties voor in ruil te krijgen, schade heeft geleden als werkgever,<br />
daar zij de hulp moet missen van een werknemer die per definitie noodzakelijk is voor de<br />
werking van het bedrijf (cfr. dienaangaande Cass., 9 maart 1999, Verkeersrecht, 1999,<br />
252);<br />
dat die schade, in concreto, niet had kunnen ontstaan zonder de fout van de (verweerder);<br />
(...) dat de overheid of de publiekrechtelijke rechtspersoon die door de fout van een derde,<br />
krachtens de op haar rustende contractuele, wettelijke of reglementaire verbintenis, de<br />
wedde en de op die wedde rustende bijdragen en bedrijfsvoorheffing moet doorbetalen,<br />
zonder daar arbeidsprestaties voor te ontvangen, recht heeft op een vergoeding ten belope<br />
van de aldus geleden schade;<br />
(...) dat een dergelijke verplichting het bestaan van bovenbedoelde schade niet uitsluit,<br />
tenzij uit de overeenkomst, de wet of het reglement volgt dat de betaling definitief voor<br />
rekening moet blijven van degene die ze op die grond moet verrichten (Cass., 10 april<br />
2003, A.R. nr. C.01.0329.F en Cass., 4 maart 2002, A.R. nr. C.01.0284.N);<br />
(...) dat de verplichting van de (verweerster) om ten gunste van haar personeelslid A. R.<br />
tussen te komen bij een ongeval, wat ook de oorzaak daarvan moge zijn, te dezen steunt<br />
op bundel 597 van haar Algemene Reglementering Personeelsstatuut (ARPS), waarvan de<br />
eerste paragraaf die betalingen als 'terugvorderbare voorschotten' omschrijft;<br />
dat paragraaf 10 daarenboven preciseert dat de Maatschappij, in het kader van eventuele<br />
aansprakelijkheid van een derde, optreedt als 'borg' voor degene die het ongeval heeft<br />
veroorzaakt, dat zij zich het recht voorbehoudt op 'elk verhaal en alle vorderingen, zowel<br />
voor zich persoonlijk als krachtens de indeplaatsstelling ten laste van de veroorzaker(s)<br />
van het ongeval', en dat zij 'van de aansprakelijke derde (...) de terugbetaling kan vorderen<br />
van de door haar gestorte sociale bijdragen, aangezien dit stelsel door de bepalingen van<br />
bundel 572 wordt uitgebreid tot de ongevallen naar en van het werk;<br />
(...) dat het niet-definitieve of zelfs subsidiaire karakter, ten aanzien van de herstelverplichting<br />
van degene die de delictuele of quasi-delictuele fout heeft begaan, van de tenlasteneming<br />
door de (verweerster) van de uitbetaling van de betreffende tegemoetkomingen<br />
en voordelen aan de getroffene, duidelijk blijkt uit de bovenbedoelde bepalingen van het<br />
ARPS;<br />
dat er ten slotte, aangezien de voormelde gegevens te dezen onderzocht waren, geen<br />
grond is om daarnaast ten laste van de (verweerster) ook nog het bestaan vast te stellen<br />
van schade die losstaat van de uitvoering van de wettelijke, reglementaire of conventionele<br />
verbintenissen op grond waarvan zij haar uitbetalingen had verricht;<br />
(...) dat daaruit volgt dat de (verweerster) op grond van de bovenstaande beginselen en<br />
het voormelde Reglement, dat tegenstelbaar is aan derden, terecht het - op artikel 1382<br />
van het Burgerlijk Wetboek gegronde - recht opeist om van de beklaagde, aansprakelijke<br />
derde, de bedragen terug te vorderen die zij slechts als van die derde terugvorderbare<br />
voorschotten heeft betaald, zonder enige bedoeling die uitgaven in zijn plaats te dragen;