AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 664 - 25.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2717<br />
kel vast dat deze nieuwe wetsbepaling steeds voorziet in de verplichte verbeurdverklaring<br />
van de onroerende goederen die het voorwerp van de bewezen verklaarde<br />
misdrijven en eigendom van de schuldige zijn, zoals dit ook het geval<br />
was onder vigeur van artikel 77bis, §5, Vreemdelingenwet dat ten tijde van de<br />
ten laste gelegde feiten van toepassing was. Aldus past het arrest geen strengere<br />
strafwet toe met terugwerkende kracht.<br />
Het onderdeel kan niet aangenomen worden.<br />
Tweede onderdeel<br />
5. Het onderdeel voert schending aan van artikel 77bis, §5, Vreemdelingenwet:<br />
ten onrechte oordeelt het arrest dat die wetsbepaling, zoals van toepassing op de<br />
ten laste gelegde feiten, de verplichte verbeurdverklaring van de onroerende goederen<br />
die het voorwerp van het misdrijf zijn, oplegt.<br />
6. Artikel 42, 1°, Strafwetboek bepaalt: "Bijzondere verbeurdverklaring wordt<br />
toegepast: (...) op de zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken en op die<br />
welke gediend hebben tot het plegen van het misdrijf, wanneer zij eigendom van<br />
de veroordeelde zijn."<br />
Artikel 43, eerste lid, Strafwetboek bepaalt: "Bij misdaad en wanbedrijf wordt<br />
bijzondere verbeurdverklaring toepasselijk op zaken bepaald in artikel 42, 1° en<br />
2°, altijd uitgesproken."<br />
Artikel 77bis, §5, Vreemdelingenwet, zoals van toepassing op de feiten van de<br />
telastleggingen A, B en C, met name misdrijven als bedoeld in paragraaf 1bis<br />
van dat artikel bepaalt: "De bijzondere verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel<br />
42, 1°, van het Strafwetboek kan worden toegepast zelfs wanneer de zaken<br />
waarop zij betrekking heeft, niet het eigendom van de veroordeelde zijn."<br />
7. Deze laatste wetsbepaling geeft de rechter de mogelijkheid om de zaken<br />
welke gediend hebben tot het plegen van het misdrijf, inzonderheid de onroerende<br />
goederen bedoeld in paragraaf 1bis van dit artikel, verbeurd te verklaren wanneer<br />
zij niet de eigendom van de veroordeelde zijn.<br />
De verbeurdverklaring van die onroerende goederen is enkel facultatief als zij de<br />
veroordeelde niet toebehoren.<br />
Daarentegen is de verbeurdverklaring van die zaken ook onder vigeur van artikel<br />
77bis Vreemdelingenwet met toepassing van de artikelen 42,1°, en 43 Strafwetboek<br />
verplicht wanneer het onroerend goed dat gediend heeft voor het plegen<br />
van het misdrijf eigendom van de veroordeelde is.<br />
Het onderdeel dat uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt naar recht.<br />
8. Het onderdeel verzoekt het Hof de volgende prejudiciële vraag aan het<br />
Grondwettelijk Hof te stellen: "Schendt artikel 77bis, §5, van de wet van 15 december<br />
1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging<br />
en de verwijdering van vreemdelingen, zoals van toepassing vóór de wijziging<br />
bij wet van 10 augustus <strong>2008</strong> (lees: 2005) en aldus geïnterpreteerd dat de<br />
verbeurdverklaring van de in §1bis van die wet bedoelde onroerende goederen<br />
slechts facultatief zou zijn als zij de veroordeelde niet toebehoorden, het gelijkheidsbeginsel<br />
(artikelen 10 en <strong>11</strong> van de Grondwet)?"<br />
9. De veroordeelde die geen eigenaar is van het goed dat gediend heeft tot het