AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 605 - 3.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2491<br />
werven en te bezoldigen personeel'.<br />
Deze tekst is duidelijk: aan (de eiser) wordt de mogelijkheid geboden personeel aan te<br />
werven en te bezoldigen.<br />
4.2. (De eiser) brengt het vonnis van de Arbeidsrechtbank te Antwerpen van 24 november<br />
2005 (cf. supra 2.1.) bij waarin de aangevulde kamer van de Arbeidsrechtbank te Antwerpen<br />
vaststelt dat tussen partijen niet langer betwisting bestaat over het feit dat (de eiser)<br />
gedurende zijn tewerkstelling bij de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de <strong>Federale</strong><br />
<strong>Overheidsdienst</strong> Financiën, verbonden was door een arbeidsovereenkomst. Verder is<br />
de arbeidsrechtbank van oordeel dat (de eiser) was tewerkgesteld als bediende en als gerant,<br />
hoofdzakelijk belast met hoofdarbeid.<br />
De tweeledigheid van de uitgeoefende functie van (de eiser) lag reeds besloten in de bewoordingen<br />
van de overeenkomst afgesloten tussen (de eiser), genoemd als 'medecontractant'<br />
en het O.P.F.: enerzijds als exploitant (zelfstandig handelaar) en anderzijds als huisbewaarder.<br />
Het arbeidsrechtelijk statuut van (de eiser) in de arbeidsrelatie met de <strong>Federale</strong> <strong>Overheidsdienst</strong><br />
Financiën is naar het oordeel van het (arbeids)hof dan ook dit van een contractueel<br />
bediende in het Ontmoetingscentrum O.P.F. en niet van statutair ambtenaar bij FOD<br />
Financiën.<br />
Ook het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 13 februari 2003 had tot het<br />
bediendenstatuut van (de eiser) besloten (blz. <strong>11</strong> in fine).<br />
Gewijsde:<br />
5. Het hof van beroep motiveert in het aangehaalde arrest op blz. 12: 'dat in het kader<br />
van de wettelijke strafrechtelijke toerekening hieraan onmiddellijk dient te worden toegevoegd<br />
dat de concrete elementen van het strafdossier aantonen dat beklaagde A. B. (thans<br />
de eiser) een werknemer was die over een zeker gezag beschikte en een zekere leiding uitoefende<br />
over het personeel waarvan sprake in de dagvaarding, en dat, in tegenstelling tot<br />
wat beklaagde A. B. concludeert, B.V.H. in de nacht van 13 op 14 november 1993 op terugweg<br />
was van haar werk in het restaurant van het O.P.F.; dat het begrip 'aangestelde' in<br />
de tenlasteleggingen in die zin dient te worden begrepen: een werknemer die over een zeker<br />
gezag beschikt en een zekere leiding uitoefent; dat de omstandigheid dat beklaagde A.<br />
B. geen zelfstandige uitbater was en niet de eigenaar was van de onderneming e(r) geen<br />
afbreuk aan doet dat hij als werknemer concreet over de betreffende personen een zeker<br />
gezag en leiding had en hij daarbij diende te waken over de naleving van de sociale wetgeving<br />
terzake, hetgeen hij manifest niet gedaan heeft'.<br />
De belangrijke overweging maakt deel uit van hetgeen door het hof (van beroep) noodzakelijk,<br />
zeker en vaststaand werd beslist, nu dit precies de overweging was om B. als<br />
aangestelde te veroordelen voor de inbreuken op de sociale wetgeving en niet de Belgische<br />
Staat (C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht, Maklu, Antwerpen,<br />
1998, p. 629: 'Alles wat in rechte vereist is om de beslissing van de strafrechter te motiveren,<br />
d.w.z. niet enkel het beschikkend gedeelte, maar ook de motivering (artikel 149 van<br />
de gecoördineerde Grondwet) is 'noodzakelijk' en bindt op die grond de burgerlijke rechter').<br />
Door het hof van beroep wordt (de eiser) in het kader van de wettelijke strafrechtelijke<br />
toerekening gekwalificeerd als 'aangestelde' en niet als 'werkgever'.<br />
Wat de verdere lezing van dit arrest betreft, dient vastgesteld dat het hof (van beroep)<br />
duidelijk stelt dat het de strafrechtelijke kwalificaties 'in het kader van de wettelijke strafrechtelijke<br />
toerekening' benadert. Het hof van beroep heeft gesteld dat (de eiser) een<br />
werknemer was die over een zeker gezag beschikte en een zekere leiding uitoefende over<br />
het personeel waarvan sprake in de dagvaarding zijnde de werknemers B.V.H., C.V.W.,