06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 680 - 28.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2753<br />

vorderingsgerechtigd is.<br />

Het komt mij dan ook voor dat op basis van de overwegingen dat het in casu een<br />

cognossement aan order van de afzender is (omdat de geadresseerde niet met naam werd<br />

aangewezen) en dat tweede eiseres geen endossement of opeenvolging van<br />

endossementen kan voorleggen om haar de hoedanigheid van "derde-houder" te verlenen,<br />

het bestreden arrest naar recht kan oordelen dat zij geen rechtmatige houder was van het<br />

cognossement en derhalve niet vorderingsgerechtigd is.<br />

2.2. In het tweede onderdeel verwijten eiseressen het bestreden arrest de schending van<br />

de bewijswaarde van het cognossement, zoals vastgelegd in art. 87 van de Zeewet. Conform<br />

dit artikel 5 geldt het cognossement als bewijs tussen alle bij de lading belanghebbende<br />

partijen, en tussen hen en de verzekeraars. In casu verwijten eiseressen het bestreden<br />

arrest m.i. evenwel aan het cognossement een uitlegging te hebben gegeven die niet met<br />

de bewoordingen ervan overeenstemt (d.w.z. dat het vaststelt dat het aan order van de afzender<br />

werd uitgesteld, terwijl er op vermeld stond dat het aan order van de geadresseerde<br />

werd uitgesteld), waardoor ik van oordeel ben dat eiseressen in wezen een schending aanvoeren<br />

van de bewijskracht van het cognossement (i.p.v. de bewijswaarde).<br />

Het onderdeel laat evenwel na de daartoe betreffende wetsbepalingen (art. 1319, 1320<br />

en 1322 van het B.W.) 6 , aan te voeren, waardoor het m.i. dan ook niet ontvankelijk is.<br />

3. Ik concludeer tot VERWERPING.<br />

ARREST<br />

(A.R. C.07.0346.N)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 8 mei 2006 gewezen door het<br />

Hof van Beroep te Antwerpen.<br />

Raadsheer Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal met opdracht André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDEL<br />

De eisers voeren in hun verzoekschrift een middel aan.<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 85, 87 en 89 van Boek II van het Wetboek van Koophandel (Zeewet).<br />

Aangevochten beslissingen<br />

Het bestreden arrest beslist dat de eiseressen niet vorderingsgerechtigd zijn en verklaart<br />

bijgevolg hun vorderingen ongegrond, dit op grond van volgende motieven:<br />

"De doelstellingen van de door (de eiseressen) ingestelde hoofdvordering en de toedracht<br />

van de feiten, die eraan ten grondslag liggen, kunnen geschetst worden als volgt:<br />

- (de tweede eiseres) kocht van Fuji Magnetics GmbH een partij informatica diskettes<br />

(floppy disks), en dit onder CIF conditiën (...).<br />

- gezien het een CIF verkoop is (kosten - verzekering - vracht inbegrepen in de verkoop),<br />

doet de verkoper Fuji Magnetics GmbH uit Kleve (Duitsland) een beroep op (de<br />

verweersters) om de goederen vanuit Duitsland bij de eindbestemmeling in de U.S.A. te<br />

brengen.<br />

- (De verweersters) laten, via haar Duitse agent KÜHNE & NAGEL te Bremen in eer-<br />

5 F. STEVENS, Vervoer onder cognossement; Larcier, blz. 71 en 72 (nrs. 124 en 125).<br />

6 Zie Cass., <strong>11</strong> jan. 1985, A.R. nr. 4<strong>11</strong>5, A.C., 1984-1985, nr. 283.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!