AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 651 - 20.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2679<br />
lijk Wetboek de voorafgaande ingebrekestelling en de noodzakelijke tussenkomst van de<br />
rechterlijke macht (zie P. Van Ommeslaghe, Les obligations, P.U.B., 2002-2003, p.<br />
1987/298 en volgende);<br />
De arresten van het Hof van Cassatie van 2 mei 2002 preciseren (...) de voorwaarden<br />
niet waaronder eenzijdige ontbinding mogelijk is;<br />
Sommige auteurs preciseren dat de volgende voorwaarden moeten vervuld zijn, namelijk:<br />
- het bestaan van een contractuele fout die ernstig genoeg is om de gerechtelijke ontbinding<br />
van de overeenkomst te verantwoorden;<br />
- de voorafgaande ingebrekestelling die de schuldenaar in de mogelijkheid stelt zijn<br />
verbintenissen binnen een redelijke termijn na te komen",<br />
en<br />
"In handelszaken zijn voor de ingebrekestelling geen bijzondere vormen vereist;<br />
Het volstaat dat ondubbelzinnig het voornemen te kennen wordt gegeven om de verbintenis<br />
uitgevoerd te zien, met het verzoek aan de schuldenaar om daartoe over te gaan;<br />
De in de brieven van 12 en 15 februari van (de verweerster) opgenomen verklaringen,<br />
die op de vergadering van 25 januari 2002 werden afgelegd, kunnen bij de (eiseres) geen<br />
enkele twijfel hebben laten bestaan over de wil om de overeenkomst te beëindigen, aangezien<br />
niet in allerijl een nieuw team was samengesteld".<br />
Grieven<br />
Het arrest beslist dat de verweerster het recht had om eenzijdig de litigieuze overeenkomst<br />
van 6 maart 2001, op <strong>11</strong> februari 2002 te ontbinden met ingang van 15 februari<br />
2002.<br />
Het erkent dat een dergelijke eenzijdige ontbinding diende te worden voorafgegaan<br />
door een ingebrekestelling, maar het beslist dat die ingebrekestelling wel degelijk gebeurd<br />
is en op een vergadering op 25 januari 2002 mondeling ter kennis is gebracht.<br />
Uit de in het middel aangegeven bepalingen van het Belgisch Burgerlijk Wetboek blijkt<br />
dat de ingebrekestelling schriftelijk dient te geschieden.<br />
De artikelen van het Luxemburgs Burgerlijk Wetboek die het middel voor zover als nodig<br />
aanwijst, leggen dezelfde verplichting op.<br />
Het arrest, dat beslist dat in handelszaken de ingebrekestelling geen bijzondere vormen<br />
vereist en mondeling kan geschieden, schendt derhalve de in het middel aangewezen artikelen<br />
van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de artikelen <strong>11</strong>39 en <strong>11</strong>84 van<br />
dat wetboek.<br />
Indien het arrest het Luxemburgs recht had willen toepassen - quod non - zou het de<br />
eveneens de artikelen van het Luxemburgs Burgerlijk Wetboek die het middel voor zover<br />
als nodig aanwijst, hebben geschonden, inzonderheid de artikelen <strong>11</strong>39 en <strong>11</strong>84.<br />
Derde middel<br />
Geschonden wettelijke bepalingen<br />
- de artikelen <strong>11</strong>42, <strong>11</strong>47, <strong>11</strong>49 en <strong>11</strong>84 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek en, voor<br />
zover dat nodig is, de artikelen <strong>11</strong>42, <strong>11</strong>47, <strong>11</strong>49 en <strong>11</strong>84 van het Luxemburgs Burgerlijk<br />
Wetboek;<br />
- artikel 149 van de Grondwet.<br />
Aangevochten beslissing<br />
Het arrest:<br />
"Verklaart de hogere beroepen ontvankelijk maar niet gegrond;