06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2612 HOF VAN CASSATIE 14.<strong>11</strong>.08 - Nr. 633<br />

Grieven<br />

De termijn om een principaal hoger beroep aan te tekenen is één maand te rekenen vanaf<br />

de betekening van het vonnis (artikel 1051, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek).<br />

Enkel de gedaagde in hoger beroep kan ten allen tijde incidenteel beroep instellen (artikel<br />

1054, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek). Een partij van wie door diegene die<br />

het hoger beroep heeft ingesteld niets wordt gevorderd, kan niet worden beschouwd als<br />

een gedaagde in hoger beroep die incidenteel beroep kan instellen.<br />

De appelrechter mag enkel beslissen binnen de perken van het hoger beroep (artikel<br />

1068, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek).<br />

De verweerster heeft op 26 september 2001 tegen het vonnis van 13 juli 2001 een principaal<br />

hoger beroep ingesteld bij verzoekschrift.<br />

Dit hoger beroep was gericht tegen de beslissing van dit vonnis waarbij de vordering in<br />

vrijwaring van de eiseres tegen de verweerster gegrond werd verklaard. De verweerster<br />

bekritiseerde niet de beslissing dat de vrijwaringsvordering niet-verjaard was (p. 6, tweede<br />

alinea van het vonnis van 13 juli 2001) noch de impliciete doch zekere beslissing dat<br />

de vrijwaringsvordering tijdig is ingesteld, noch de beslissing dat de vrijwaringsvordering<br />

ontvankelijk is. Het hoger beroep van de verweerster bekritiseerde enkel de beslissing van<br />

de eerste rechter volgens dewelke zij aansprakelijk is voor de gebreken.<br />

In haar beroepsconclusie gedateerd van 2 mei 2002 (p. 4) en in haar syntheseconclusie<br />

in graad van beroep gedateerd van 9 september 2002 (p. 4) maakt de verweerster melding<br />

van het feit dat na de neerlegging door haar op 26 september 2001 van haar beroepsverzoekschrift,<br />

het bestreden vonnis op verzoek van de eiseres aan haar werd betekend op 19<br />

november 2001 (voor de akte van betekening: zie stuk gevoegd bij de voorziening).<br />

In die conclusies stelde de verweerster eveneens dat de eiseres "in elk geval geen kosten<br />

van betekening kan terugvorderen van concluante; er was immers geen enkele reden<br />

om, na neerlegging van het beroepsverzoekschrift, nog tot betekening over te gaan t.o.v.<br />

concluante" (p. 22, in fine van de beroepsconclusie van verweerster gedateerd van 2 mei<br />

2002; p. 23 van de syntheseconclusie in graad van beroep van de verweerster gedateerd<br />

van 9 september 2002).<br />

In repliek hierop heeft de eiseres in haar samenvattende conclusie neergelegd voor het<br />

hof van beroep gesteld dat zij tot de betekening van het vonnis aan de verweerster diende<br />

over te gaan in het kader van de gedwongen uitvoering van dit vonnis (p. 36, punt 2).<br />

Het bestreden arrest beslist wat betreft de kosten van betekening van het bestreden vonnis<br />

door de eiseres aan de verweerster dat gezien "de vrijwaringsvordering van (de eiseres)<br />

tegen (de verweerster) verworpen is, de betekeningskosten van het bestreden vonnis<br />

aan (de verweerster) ten laste van (de eiseres) (blijven)" (p. 18, nr. 23).<br />

Het hof van beroep, dat aldus kennis had van de betekening van het bestreden vonnis<br />

door de eiseres aan de verweerster, hervormt het bestreden vonnis door de vrijwaringsvordering<br />

van de eiseres tegen de verweerster te verwerpen als laattijdig, dit terwijl:<br />

- het verzoekschrift waarbij de verweerster hoger beroep instelde het bestreden vonnis<br />

slechts aanvecht in zoverre de eerste rechter de aansprakelijkheid van de verweerster bewezen<br />

acht, zonder dit vonnis te bekritiseren in zoverre het de vrijwaringsvordering nietverjaard,<br />

tijdig (impliciete beslissing) en ontvankelijk verklaart;<br />

- de verweerster pas in haar beroepsconclusie gedateerd van 2 mei 2002, dit is meer dan<br />

één maand na de betekening op verzoek van de eiseres aan haar op 19 november 2001 van<br />

het bestreden vonnis, voor het eerst de hervorming van het bestreden vonnis vraagt op het<br />

vlak van de tijdigheid van de vordering in vrijwaring door te stellen dat een vordering op<br />

grond van verborgen gebreken binnen een korte termijn moet worden ingesteld, wat in<br />

casu niet het geval zou zijn daar de problemen in 1991 zijn ontstaan en zij pas in 1994

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!