AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 681 - 28.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2759<br />
pachtgoed de verplichtingen die uit deze pachtovereenkomst voortspruiten moeten naleven<br />
niettegenstaande deze pachtovereenkomst niet in authentieke vorm werd gesteld en<br />
dus niet in de registers van de hypotheekbewaarder werd overgeschreven.<br />
Artikel 55 van de Pachtwet heeft derhalve tot gevolg dat, in pachtzaken, de verkrijger<br />
zich niet kan beroepen op artikel 1743 van het Burgerlijk Wetboek tegen de pachter die<br />
het contract heeft gesloten dat geen vaste datum heeft en evenmin op de artikelen 1 en 2<br />
van de Hypotheekwet die de verplichting inhouden om huurovereenkomsten afgesloten<br />
voor meer dan 9 jaar, bij authentieke akte vast te leggen, vermits alleen dergelijke overeenkomsten,<br />
in beginsel, kunnen worden overgeschreven in de registers van de hypotheekbewaarder.<br />
Artikel 55 van de Pachtwet heeft eveneens tot gevolg dat een pachtcontract kan worden<br />
tegengeworpen aan de koper van het pachtgoed in het raam van een openbare verkoop<br />
wanneer het afgesloten is voor de overschrijving van het beslagexploot ook als het gaat<br />
om een pachtcontract zonder vaste dagtekening.<br />
Inzoverre wijkt artikel 55 van de Pachtwet eveneens af van artikel 1575 van het Gerechtelijk<br />
Wetboek dat voorziet in de niet-tegenwerpbaarheid van bepaalde huurcontracten<br />
aan de personen die door dit artikel worden beschermd, te weten de ingeschreven<br />
schuldeisers, de schuldeisers die het overeenkomstig artikel 1564 van het Gerechtelijk<br />
Wetboek gegeven bevel tot betaling op grond van artikel 1565 van het Gerechtelijk Wetboek<br />
hebben laten overschrijven op het hypotheekkantoor, de beslagleggers en vooral de<br />
koper van de goederen die ingevolge het uitvoerend beslag worden verkocht.<br />
Artikel 1582 van het Gerechtelijk Wetboek gelast de notaris met het opstellen van de<br />
verkoopvoorwaarden van het onroerend goed. De verkoopvoorwaarden dienen de kandidaat-kopers,<br />
inter alia, in te lichten aangaande het onroerend goed zelf en omtrent al hetgeen<br />
dit bezwaart. Een pachtovereenkomst bezwaart het onroerend goed en dient dus te<br />
worden vermeld in de verkoopvoorwaarden.<br />
De niet vermelding van de ware toedracht van de duur van de pachtovereenkomst heeft<br />
een dubbel gevolg.<br />
Vooreerst dat de kandidaat-kopers op gebrekkige wijze worden geïnformeerd omtrent<br />
de bezwaring van het onroerend goed, voorwerp van de openbare verkoop.<br />
Vervolgens heeft het als gevolg dat, gebrekkig geïnformeerd zijnde, de kandidaat-kopers<br />
bereid zullen zijn een hogere prijs te bieden dan gerechtvaardigd is met een verhoging<br />
tot gevolg van de prijs door te pachter te betalen ingeval deze laatste diens recht van<br />
voorkoop wenst uit te oefenen.<br />
Uit de feitelijke vaststellingen van de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan<br />
blijkt:<br />
Vooreerst dat de litigieuze "pachtovereenkomst (...) op 17 juni 2002 geregistreerd<br />
(blijkt) te zijn en niet is opgemaakt voor een notaris spijts die 24 jaar duurt"<br />
Vervolgens blijkt uit de door de partijen uitgewisselde conclusies dat het niet betwist is<br />
dat de litigieuze pachtovereenkomst werd afgesloten en geregistreerd voor de overschrijving<br />
in de registers van de hypotheekbewaarder op 13 december 2005 van het bevel tot<br />
betaling door de bvba Verduyn-Cuvelier en zonen.<br />
De aangevochten beschikking oordeelt evenwel dat een geregistreerde landpacht van<br />
meer dan negen jaar (...) tegenstelbaar (is) aan derden mits registratie en mits voldaan aan<br />
artikel 1 van de Hypotheekwet, of de overschrijving van de titel in de registers van het hypotheekkantoor"<br />
zodat, deze voorwaarden in casu niet voorhanden zijnde, de aangevochten<br />
beschikking de duurtijd van 24 jaar van de litigieuze landpacht herleidt tot 9 jaar<br />
Eerste onderdeel