AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2604 HOF VAN CASSATIE 14.<strong>11</strong>.08 - Nr. 631<br />
II. CASSATIEMIDDEL<br />
De eiseres voert in haar verzoekschrift een middel aan.<br />
Geschonden wettelijke bepalingen<br />
- de artikelen 793, 795, 1385bis, 1385quinquies en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />
Aangevochten beslissingen<br />
De appelrechters beslissen dat zij niet bevoegd zijn om te oordelen over de vordering<br />
van de eiseres tot vaststelling dat de hoofdveroordeling werd uitgevoerd, op grond van de<br />
volgende overwegingen:<br />
“Het onderdeel van de vordering van (de eiseres) tot vaststelling dat de hoofdveroordeling<br />
werd uitgevoerd, betreft de uitvoering van de betrokken veroordeling, waarover de<br />
dwangsomrechter niet vermag te oordelen” (blz. 6 van het bestreden arrest).<br />
Grieven<br />
Artikel 1395 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat alle vorderingen betreffende<br />
middelen tot tenuitvoerlegging worden gebracht voor de beslagrechter. Onder middelen<br />
van tenuitvoerlegging worden verstaan: alle vorderingen die strekken tot de uitwinning<br />
van het vermogen van de debiteur. De beslagrechter is derhalve enkel bevoegd voor uitvoeringshandelingen<br />
op de goederen van de debiteur. De beslagrechter is daarentegen niet<br />
bevoegd om te oordelen over problemen die kunnen rijzen bij reële executie.<br />
Met betrekking tot de dwangsom is de beslagrechter bevoegd om te oordelen over de<br />
geschillen die bij de invordering van de dwangsom rijzen.<br />
Overeenkomstig de artikelen 793, 795, 1385bis en 1385quinquies van het Gerechtelijk<br />
Wetboek komt het daarentegen enkel aan de dwangsomrechter toe om de beslissing met<br />
betrekking tot de dwangsom te interpreteren. Verder kan enkel de dwangsomrechter de<br />
dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende de door hem te bepalen termijn<br />
of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke<br />
onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen<br />
(1385quinquies van het Gerechtelijk Wetboek).<br />
Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de beslagrechter, bij een geschil omtrent de invordering<br />
van de dwangsom, bevoegd is om te oordelen of de hoofdveroordeling werd uitgevoerd.<br />
Ingeval echter het geschil niet de invordering van de dwangsom betreft, maar wel de interpretatie<br />
van de beslissing van de dwangsomrechter en/of “de opheffing van de dwangsom<br />
wegens onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen,<br />
dan kan de dwangsomrechter overeenkomstig de artikelen 793, 795 1385bis en<br />
1385quinquies van het Gerechtelijk Wetboek wel oordelen of de hoofdveroordeling al dan<br />
niet werd uitgevoerd.<br />
Terzake betrof het tussen partijen bestaande geschil niet de invordering van de dwangsom,<br />
maar wel de opheffing van de dwangsom, de interpretatie van de draagwijdte van de<br />
hoofdveroordeling die door de dwangsomrechter werd opgelegd en, de vraag of de eiseres,<br />
gelet op de precieze draagwijdte van de hoofdveroordeling, hieraan had voldaan. De<br />
dwangsomrechter was in die omstandigheden wel degelijk bevoegd om te oordelen of de<br />
hoofdveroordeling al dan niet werd uitgevoerd.<br />
Hieruit volgt dat de appelrechters, door te beslissen dat zij niet vermogen te oordelen of<br />
de hoofdveroordeling werd uitgevoerd, de artikelen 793, 795, 1385bis, 1385quinquies en<br />
1395 van het Gerechtelijk Wetboek schenden.<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling