06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2514 HOF VAN CASSATIE 4.<strong>11</strong>.08 - Nr. 608<br />

uiteraard evenmin kan 40 .<br />

Dit laatste blijkt ook duidelijk uit een arrest van het Hof van Cassatie van 16 februari<br />

2007.<br />

In dat arrest oordeelde het Hof dat de rechter aan wie gevraagd wordt de sanctie<br />

opgelegd op grond van artikel 70 van het B.T.W.-Wetboek te toetsen, de wettelijkheid<br />

daarvan mag onderzoeken en in het bijzonder nagaan of die sanctie verzoenbaar is met de<br />

dwingende eisen van internationale verdragen en van het interne recht, met inbegrip van<br />

de algemene rechtsbeginselen; dit toetsingsrecht moet in het bijzonder aan de rechter<br />

toelaten na te gaan of de straf niet onevenredig is met de inbreuk, zodat hij mag<br />

onderzoeken of het bestuur naar redelijkheid kon overgaan tot het opleggen van een<br />

administratieve geldboete van zodanige omvang; de rechter mag hierbij inzonderheid acht<br />

slaan op de zwaarte van de inbreuk, de hoogte van reeds opgelegde sancties en de wijze<br />

waarop in gelijkaardige zaken werd geoordeeld, maar moet hierbij in acht nemen in welke<br />

mate het bestuur zelf gebonden was in verband met de sanctie; dit toetsingsrecht houdt<br />

niet in dat de rechter op grond van een subjectieve appreciatie van verzachtende<br />

omstandigheden eigen aan de persoon van de belastingschuldige of om loutere redenen<br />

van opportuniteit en tegen wettelijke regels in, boeten kan kwijtschelden of verminderen;<br />

de rechter die in zijn beoordeling expliciet wijst op het bewust karakter van de inbreuken,<br />

en vervolgens de opgelegde geldboete van 200 procent van de ontdoken belasting<br />

vermindert om de enkele reden dat die boete onevenredig is, mag niet nalaten te<br />

onderzoeken in welke mate het bestuur zelf gebonden was door een sanctie en op welke<br />

gronden het bestuur van de vaste schalen had moeten afwijken 41 .<br />

Bij het toetsingsrecht dat de rechter uitoefent, moet hij derhalve in acht nemen in welke<br />

mate het bestuur zelf gebonden was in verband met de sanctie 42 .<br />

16. Getransponeerd naar stedenbouwzaken, betekent dit dat slechts in de mate waarin<br />

de stedenbouwkundige inspecteur bij het vorderen van een herstelmaatregel over een<br />

keuze beschikt of, omgekeerd, al dan niet gebonden is, er bijgevolg voor de rechter die<br />

terzake een toetsing verricht, eveneens dergelijke ruimte bestaat.<br />

Iets dergelijks als blijkt uit voormeld arrest van het Hof van Cassatie 16 februari 2007,<br />

werd door BOONE en VAN HAEGENBORGH geschreven in het Jaarverslag van het Hof van<br />

2004, temeer daar het EHRM zelf niet sluitend definieert wat onder volle rechtsmacht<br />

moet worden verstaan.<br />

Deze auteurs stelden de vraag of uit het arrest van 4 maart 2004 van het EHRM moet<br />

worden afgeleid dat een rechter aan artikel 6 EVRM het recht onleent een administratieve<br />

boete – het ging immers daarover – te milderen op grond van loutere opportuniteits- of<br />

billijkheidsredenen.<br />

“Indien die vraag positief moet worden geantwoord – wat wij ten zeerste betwijfelen –<br />

dan kan dit slechts verklaard worden door een achterliggende redenering die niet in het<br />

arrest is terug te vinden: nl. volle rechtsmacht impliceert dat indien de wetgever van<br />

oordeel is dat het bestuur de mogelijkheid moet hebben om de omvang van de sanctie te<br />

moduleren ook de rechter in gelijke mate over die bevoegdheid moet kunnen beschikken.<br />

Maar zelfs die extensieve uitlegging over het begrip “volle rechtsmacht” moet niet leiden<br />

tot het aanvaarden van een loutere opportuniteitscontrole. We kunnen immers niet<br />

voorbijgaan aan het feit dat het fiscaal bestuur (…) bij de uitoefening van de<br />

kwijtscheldingsbevoegdheid niet willekeurig kan handelen, maar gebonden is aan de<br />

beginselen van behoorlijk bestuur. Er mag ook na het arrest Silvester’s Horeca Service<br />

vermoedelijk aangenomen worden dat een uitgebreide rechterlijke wettigheidscontrole op<br />

40 Cfr. S. BOULLART, l.c., 258-259.<br />

41 Cass. 16 februari 2007, F.06.0032.N.<br />

42 Cass. 21 januari 2005, C.02.0572.N.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!