AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2544 HOF VAN CASSATIE 6.<strong>11</strong>.08 - Nr. 615<br />
de rechter die van een geschil betreffende de internationale handel kennisneemt, nagaan<br />
of het beding tot aanwijzing van een bevoegd gerecht gesloten is in een vorm die overeenstemt<br />
met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn<br />
en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten<br />
in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.<br />
Het arrest dat erop wijst dat het beding tot aanwijzing van een bevoegd gerecht afgedrukt<br />
stond op de achterzijde van verweersters facturen maar niet vaststelt dat, in de betrokken<br />
handelsbranche, namelijk de internationale verkoop van landbouwmaterieel, het<br />
algemeen bekend is en doorgaans in acht wordt genomen dat een dergelijk beding in die<br />
vorm wordt gesloten, verantwoordt in het licht van artikel 23.1 van de verordening (EG)<br />
nr. 44/2001, niet naar recht zijn beslissing om af te wijken van de internationale bevoegdheid<br />
die voortvloeide uit de artikelen 2, 3 en 5 van die verordening (schending van de in<br />
het middel aangewezen bepalingen).<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Eerste middel<br />
Eerste onderdeel<br />
Krachtens artikel 25, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel, geldt de<br />
vrijheid van bewijs voor alle handelsverbintenissen, ongeacht of een van de partijen<br />
geen of niet langer koopman is.<br />
Het tweede lid van die bepaling zegt dat koop en verkoop kan worden bewezen<br />
door middel van een aanvaarde factuur.<br />
Zonder daarop te worden tegengesproken, overweegt het arrest dat de eiser een<br />
daad van koophandel heeft gesteld "aangezien de hoeveelheid (hem geleverde)<br />
goederen aantoont dat ze niet uitsluitend dienden voor de behoeften van zijn<br />
landbouwexploitatie"<br />
Het antwoordt aldus op de conclusie van de eiser die, om te betwisten dat hij<br />
partij was bij de overeenkomst en gebonden was door de algemene voorwaarden<br />
ervan, aanvoerde dat hij sinds 30 juni 1997 niet langer de hoedanigheid van<br />
koopman had.<br />
Doordat het arrest had vastgesteld dat de eiser een daad van koophandel had<br />
gesteld, kon het, zonder de in het middel aangewezen wettelijke bepalingen te<br />
schenden, zijn beslissing meer bepaald gronden op de omstandigheid dat hij de<br />
facturen nooit had betwist en dat hij, bijgevolg, verweersters algemene verkoopsvoorwaarden<br />
stilzwijgend had aanvaard.<br />
Het onderdeel kan niet worden aangenomen.<br />
(...)<br />
Vierde onderdeel<br />
De rechter wijst naar recht een vordering tot overlegging van een stuk af wanneer<br />
hij, zoals te dezen, in feite en, bijgevolg, op onaantastbare wijze, beslist dat<br />
de gegrondheid van het tegenovergestelde standpunt al door vermoedens is geleverd.<br />
Om aan te tonen dat de eiser in persoonlijke naam partij bij het contract was,<br />
overweegt het arrest dat het landbouwmaterieel waarop de litigieuze facturen be-