06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2616 HOF VAN CASSATIE 14.<strong>11</strong>.08 - Nr. 633<br />

Tweede middel<br />

Eerste onderdeel<br />

4. De vordering op grond van verborgen gebreken bij opeenvolgende verkopen<br />

is te onderscheiden van de vordering van de bouwpromotor tegen de uitvoerder<br />

van een op te richten gebouw of van de hoofdaannemer tegen de onderaannemer<br />

wegens gebrekkige uitvoering van de werken.<br />

In het eerste geval gaat het om een verborgen gebrek in de verkochte zaak in<br />

de opeenvolgende verkopen, terwijl het in het tweede geval de gebrekkige uitvoering<br />

betreft van eenzelfde werk, met name het niet-uitvoeren van een opgenomen<br />

verbintenis tot uitvoering van werken tegenover de bouwpromotor of de onderaannemer.<br />

Het belang van de bouwpromotor of van de hoofdaannemer om een vordering<br />

in te stellen wegens de gebrekkige uitvoering van de werken is niet noodzakelijk<br />

afhankelijk van een vordering van de bouwheer.<br />

Aldus dient de rechter in zake aanneming van werken in feite te onderzoeken<br />

of de vrijwaringsvordering van de bouwpromotor tegen de aannemer of van de<br />

hoofdaannemer tegen de onderaannemer tijdig werd ingesteld en dient hij daarbij<br />

niet noodzakelijk uit te gaan van het tijdstip waarop de vordering van de bouwheer<br />

tegen de bouwpromotor of de hoofdaannemer is ingesteld.<br />

Ook uit artikel 2257, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek volgt niet dat de<br />

rechter van dit tijdstip moet uitgaan.<br />

Het onderdeel dat uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt naar recht.<br />

Tweede onderdeel<br />

5. De verweerster steunde haar verweer omtrent de laattijdigheid van de vrijwaringsvordering<br />

van de eiseres op de niet-naleving van de vereiste van een redelijke<br />

termijn inzake verborgen gebreken in een aannemingsovereenkomst.<br />

De appelrechters dienden derhalve op grond van de feitelijke gegevens te onderzoeken<br />

of aan de voorwaarden hiertoe was voldaan.<br />

Door te oordelen zoals in randnummer 4 is weergegeven, zonder de partijen in<br />

de gelegenheid te stellen daarover verweer te voeren, miskennen de appelrechters<br />

het recht van verdediging niet.<br />

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.<br />

Derde onderdeel<br />

6. Anders dan het onderdeel aanvoert, beslissen de appelrechters niet tot een<br />

afstand van de vrijwaringsvordering door de eiseres ten gevolge van de aanvaarding,<br />

maar oordelen zij dat de proceshouding van de eiseres niet redelijk is en<br />

haar vrijwaringsvordering niet tijdig in het licht van het tijdsverloop en de aanvaardende<br />

houding van de eiseres ten aanzien van de verweerster nog voor de<br />

vrijwaringsvordering werd ingesteld.<br />

Het onderdeel dat uitgaat van een onjuiste lezing, mist feitelijke grondslag.<br />

Dictum<br />

Het Hof,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!