AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2538 HOF VAN CASSATIE 6.<strong>11</strong>.08 - Nr. 614<br />
grond van de artikelen 1382 of 1383 van het Burgerlijk Wetboek.<br />
(...) Het is niet bewezen dat de brand, waarvan het misdadig opzet niet wordt betwist,<br />
op de ene of andere manier te wijten is aan de bewoners van het litigieuze pand zodat de<br />
door (de eiseres tegen de eerste twee verweerders) ingestelde vordering tot vrijwaring<br />
niet-gegrond moet worden verklaard. Bijgevolg moet de vordering tot vrijwaring die (de<br />
eiseres) tegen (de vierde verweerster) heeft ingesteld, eveneens niet-gegrond worden verklaard".<br />
Grieven<br />
(...)<br />
Tweede onderdeel<br />
Krachtens artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek is de huurder aansprakelijk voor<br />
brand, tenzij hij bewijst dat de brand buiten zijn schuld is ontstaan. Om zich van zijn aansprakelijkheid<br />
te bevrijden, is de huurder verplicht te bewijzen dat de schade aan de gehuurde<br />
goederen te wijten is aan een vreemde oorzaak.<br />
De in artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek neergelegde regel is slechts een toepassing<br />
van het gemeen recht van de contractuele aansprakelijkheid en in het bijzonder van<br />
de regel dat degene die zich bij overeenkomst ertoe verbindt een bepaalde zaak onder zich<br />
te houden, vermoed wordt schuldig te zijn als hij die bepaalde zaak niet opnieuw kan aanbieden<br />
na afloop van de bedongen termijn of bij de ontbinding van de overeenkomst, tenzij<br />
hij bewijst dat het verlies van de zaak te wijten is aan een vreemde oorzaak (artikelen<br />
<strong>11</strong>47, <strong>11</strong>48 en 1302 van het Burgerlijk Wetboek).<br />
In deze zaak stelt het arrest vast dat de eerste twee verweerders slechts een recht van<br />
bewoning ter bede van het litigieuze pand hadden, wat impliceerde dat zij verplicht waren<br />
tot teruggave, en stelt het niet vast dat bewezen is dat de met misdadig opzet aangestoken<br />
brand die het pand heeft vernield niet aan de eerste twee verweerders kon worden toegerekend.<br />
Het arrest, dat de verwerping van de vordering tot vrijwaring die is ingesteld tegen<br />
de eerste twee verweerders en tegen hun verzekeraar hierop grondt dat "de verplichtingen<br />
die op de huurder van een onroerend goed rusten ingevolge artikel 1733 van het Burgerlijk<br />
Wetboek, dat een vermoeden van aansprakelijkheid voor de brand van het gehuurde<br />
goed invoert, niet kunnen worden uitgebreid naar de bewoner ter bede" en "dat het niet<br />
bewezen is dat de brand (...) op de ene of andere manier te wijten is aan de bewoners van<br />
het litigieuze pand", miskent de regel volgens welke degene die contractueel verplicht is<br />
een bepaalde zaak terug te geven en die verplichting niet uitvoert, aansprakelijk is voor<br />
die niet-uitvoering tenzij hij bewijst dat deze te wijten is aan een oorzaak die geen verband<br />
houdt met zijn schuld (schending van alle in de aanhef van het middel aangewezen<br />
bepalingen, met uitzondering van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek).<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Tweede onderdeel<br />
Krachtens de artikelen <strong>11</strong>47, <strong>11</strong>48 en 1302 van het Burgerlijk Wetboek is de<br />
houder van een bepaalde zaak slechts bevrijd van zijn verplichting ze terug te geven<br />
indien hij bewijst dat het verlies ervan te wijten is aan een vreemde oorzaak.<br />
Artikel 1733 van dat wetboek vormt slechts de toepassing van dat beginsel op<br />
de huur van goederen.<br />
Het arrest stelt vast dat de eerste twee verweerders, op het ogenblik van de<br />
brandstichting die het litigieuze pand heeft vernield en waarvan de daders niet<br />
werden geïdentificeerd, dat pand ter bede bewoonden krachtens een overeen-