AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 612 - 5.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2533<br />
ARREST (vertaling)<br />
(A.R. P.08.1391.F)<br />
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het Hof van Beroep te Luik,<br />
correctionele kamer, van 14 augustus <strong>2008</strong>.<br />
De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.<br />
Afdelingsvoorzitter Jean de Codt heeft verslag uitgebracht.<br />
Advocaat-generaal Raymond Loop heeft geconcludeerd.<br />
II. FEITEN<br />
De zaak werd met een vordering van het parket van 26 februari <strong>2008</strong>, bij de<br />
onderzoeksrechter aanhangig gemaakt.<br />
Bij beschikking van 12 februari <strong>2008</strong> had de voorzitter van de rechtbank van<br />
eerste aanleg, met toepassing van artikel 80, tweede lid, van het Gerechtelijk<br />
Wetboek, deze rechter aangewezen als onderzoeksmagistraat, voor een termijn<br />
van twee jaar die ingaat op 1 oktober 2007.<br />
Voor het hof van beroep heeft de eiser een conclusie neergelegd waarin hij<br />
voornamelijk aanvoert dat:<br />
- de voormelde beschikking aan de aanwijzing van de onderzoeksrechter terugwerkende<br />
kracht toekent, wat bij artikel 80, tweede lid, verboden is;<br />
- de nietigheid van deze beschikking erin bestaat dat het gerechtelijk onderzoek<br />
door een magistraat werd gevoerd die niet over de vereiste hoedanigheid<br />
beschikte;<br />
- de vervolgingen dus niet ontvankelijk zijn.<br />
Het bestreden arrest verwerpt dat verweermiddel. Het oordeelt dat de beschikking<br />
van de voorzitter van de rechtbank van 12 februari <strong>2008</strong> althans inhoudt dat<br />
met uitwerking op die datum, welke aan de instelling van het gerechtelijk onderzoek<br />
voorafgaat, effectief een magistraat was aangewezen.<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
A. In zoverre het cassatieberoep gericht is tegen de beslissing op de straf-vordering<br />
Middel<br />
Het middel voert de schending aan van artikel 80 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />
De eiser voert aan dat de terugwerkende kracht die aan de aanwijzing van<br />
de onderzoeksrechter is gegeven, een absoluut gebrek van de beschikking inhoudt<br />
en deze zowel voor het verleden als voor de toekomst tenietdoet.<br />
Het is alvast uitgesloten dat de aanwijzing die met toepassing van artikel 80,<br />
tweede lid, van het voormelde wetboek is gebeurd, terugwerkende kracht zou<br />
kunnen hebben. Niettemin ontneemt dit artikel niet alle geldigheid aan de beschikking<br />
die een zodanig gevolg heeft dat zij als een niet-bestaande akte zou<br />
moeten worden beschouwd. In de veronderstelling dat de beschikking nietig is,<br />
strekt de nietigheid zich dus niet verder uit dan tot de maatregel die ze heeft doen