06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 608 - 4.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2513<br />

van het EHRM derhalve een essentieel aspect om van volle rechtsmacht te kunnen<br />

spreken 35 .<br />

Uit de rechtspraak van het EHRM blijkt dat er volgens het EHRM enkel sprake is van<br />

een rechter met volle rechtsmacht wanneer hij de macht heeft om de voor hem gebrachte<br />

betwisting in al haar aspecten te onderzoeken, zowel feitelijke als juridische, en wanneer<br />

hij de macht heeft de beslissing ook daadwerkelijk te wijzigen; niet alleen “lijkt zodoende<br />

het sibillijnse onderscheid tussen ‘onredelijk’ en ‘kennelijk onredelijk’ niet langer<br />

deugdelijk te zijn – voor zover zulk onderscheid trouwens bestaat en/of kan afgelijnd<br />

worden -, maar vooral lijkt ook het oordeel van de rechter dat hij enkel de onwettigheid<br />

van een maatregel kan vaststellen en voor het overige machteloos is en niet meer kan<br />

doen, niet langer te sporen met de rechtspraak van het Europees Hof” 36 .<br />

Waar men uit eerdere rechtspraak van het EHRM (vóór het arrest van 4 maart 2004) –<br />

ingevolge verschillende taalversies tussen de Engelse en Franse tekst – zou kunnen<br />

betwijfelen of het naar het oordeel van het EHRM vereist is voor het bestaan van een<br />

rechter met volle rechtsmacht dat hij niet enkel de bevoegdheid heeft de beslissing te<br />

vernietigen doch ook te hervormen 37 , lijkt deze twijfel door het in het Frans uitgesproken<br />

arrest van 4 maart 2004 verdwenen.<br />

14. Er wordt ook door BOULLART op gewezen dat dit concept van volle rechtsmacht dat<br />

verder gaat dan een louter toetsen aan enkele algemene beginselen, zoals het<br />

proportionaliteitsbeginsel om na te gaan of het bestuur de grenzen van het redelijke niet<br />

heeft overschreden, langzaam zijn weerslag gevonden heeft in de Belgische rechtspraak,<br />

niet alleen in de rechtspraak van het Arbitragehof (thans Grondwettelijk Hof) doch ook in<br />

de rechtspraak van het Hof van Cassatie.<br />

Aldus heeft het Hof van Cassatie volgens deze auteur zijn rechtspraak gevestigd in die<br />

zin dat niets van wat onder de beoordeling van de administratie valt aan de controle van<br />

de rechter kan ontsnappen 38 .<br />

Het principearrest van het Hof van Cassatie waarin in de toelichting bij het onderdeel<br />

wordt op gewezen is het arrest van 10 mei 2004 waarin werd gesteld dat “de<br />

arbeidsrechtbank, wanneer ze over een dergelijk geschil” – bedoeld is een geschil<br />

betreffende uitsluiting van de werkloosheidsvergoeding – “uitspraak moet doen, een<br />

toetsing met volle rechtsmacht uitoefent op de beslissing van de directeur; dat mits<br />

eerbiediging van het recht van verdediging en binnen het kader van het geding, zoals dit<br />

door de partijen is bepaald, alles wat onder de beoordelingsbevoegdheid van de directeur<br />

valt, met inbegrip van de keuze van de administratieve sanctie, onder de controle van de<br />

rechter valt.” 39 .<br />

15. Toch omvat het concept van de volle rechtsmacht slechts dat de<br />

beoordelingsbevoegdheid van de rechter even groot kan zijn als deze van het bestuur; de<br />

beoordelende rechter kan niet meer dan wat het bestuur kan en zal dus met name niet op<br />

grond van opportuniteit én tegen de wet in kunnen beslissen, vermits het bestuur dit<br />

35 A. LUST en S. LUST, “Het grondrecht op een rechter met volle rechtsmacht en de<br />

stedenbouwkundige herstelvordering”, in F. VERBRUGGEN, R. VERSTRAETEN, D. VAN DAELE en B. SPRIET<br />

(red.), Strafrecht als roeping. Liber amicorum LIEVEN DUPONT, Leuven, Universitaire Pers, 2005, (869)<br />

879.<br />

36 A. LUST en S. LUST, l.c., 880.<br />

37 Zie daarover: B. DE SMET, J. LATHOUWERS en K. RIMANQUE, “Art. 6 § 1”, in J. VANDE LANOTTE en Y.<br />

HAECK (eds.), Handboek EVRM. Deel 2. Artikelsgewijze Commentaar, Vol. I, Antwerpen, Intersentia,<br />

2004, p.486, nr. 188.<br />

38 S. BOULLART, l.c., 256-257.<br />

39 Cass. 10 mei 2004, S.02.0076.F. In vergelijkbare zin: Cass. 13 maart 2005, S.03.0061.F; Cass. 27<br />

juni 2005, S.04.187.N.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!