AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 677 - 27.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2747<br />
vat, is van openbare orde.<br />
Artikel 1072 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de appelrechter, wanneer daartoe<br />
grond bestaat, zijn eindbeslissing aanhoudt totdat de maatregelen zijn uitgevoerd, die<br />
de eerste rechter of hij zelf heeft bevolen alvorens recht te doen. Artikel 1072, tweede lid,<br />
bepaalt dat, behoudens de uitzondering bepaald in artikel 1068, tweede lid, de uitvoering<br />
van die maatregelen staat aan de eerste rechter of aan de rechter in hoger beroep, naar gelang<br />
deze laatste beslist.<br />
Bij volledige of gedeeltelijke bevestiging van de onderzoeksmaatregel die is bevolen<br />
door een vonnis dat tegelijk definitieve beschikkingen over de zaak zelf of over de rechtspleging<br />
en een of meer onderzoeksmaatregelen bevat, dient de volledig of gedeeltelijk bevestigde<br />
onderzoeksmaatregel naar de eerste rechter te worden verwezen. In dat geval<br />
mag de appelrechter niet kennisnemen van het gedeelte van het geschil dat afhangt van de<br />
resultaten van die onderzoeksmaatregel en mag hij evenmin zijn eigen beslissing op die<br />
resultaten gronden.<br />
In casu bevat het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van 29 april 2003 definitieve<br />
beschikkingen, beveelt het een onderzoeksmaatregel en houdt het de uitspraak voor het<br />
overige aan. Meer bepaald verleent het aan de voogd ad hoc en aan de tweede verweerder<br />
akte van hun vrijwillige tussenkomst in de vordering tot vernietiging van de erkenning,<br />
verklaart het de vorderingen tot vernietiging van de erkenning van de eerste en de tweede<br />
verweerder ontvankelijk, beslist het dat er aan de zijde van de eerste verweerder geen bezit<br />
van staat is die de vordering tot vernietiging zou verhinderen, staat het de eerste verweerder<br />
toe het bewijs te leveren van het aangevoerde gebrek in de toestemming, beveelt<br />
het alvorens recht te doen het onderzoek van het DNA-patroon van de eiseres, van de<br />
tweede verweerder en van het kind M. C. en stelt het dokter Streydio als deskundige aan<br />
om te bepalen of de tweede verweerder het kind M. C. verwekt zou kunnen hebben, verwijst<br />
het de zaak naar de bijzondere rol en houdt het de uitspraak over het overige gedeelte<br />
en over de kosten aan.<br />
Het hof van beroep heeft bij zijn arrest van 15 september 2005 het beroepen vonnis bevestigd<br />
in zoverre dit de vordering tot vrijwillige tussenkomst van de tweede verweerder<br />
ontvankelijk had verklaard en had beslist dat het kind M. geen bezit van staat had jegens<br />
de eerste verweerder. Bij hetzelfde arrest heeft het hof van beroep tevens de door de eerste<br />
rechter bevolen onderzoeksmaatregel bevestigd en het toepassingsveld ervan ratione personae<br />
uitgebreid. Het hof van beroep heeft immers dokter C. Streydio als deskundige aangewezen,<br />
met de volgende opdracht:<br />
"Na controle van de identiteit van de opgeroepen personen, een DNA-test uitvoeren op<br />
de personen van (de eiseres) (...), het kind M. C. (...), (de eerste) (...) en (de tweede verweerder)<br />
(...); de nuttige en nodige vergelijkende analyses uitvoeren; zeggen of het, op<br />
grond van die analyses, al dan niet bewezen is dat (de eerste verweerder) de vader van het<br />
kind M. C. is; zeggen of het, op grond van die analyses, al dan niet bewezen is dat (de<br />
tweede verweerder) de vader van het kind M. C. is; over dat alles een met redenen omkleed<br />
verslag opmaken dat onder ede, ter griffie van het hof (van beroep) moet worden<br />
neergelegd binnen vier maanden vanaf de kennisgeving van dit arrest die zal worden gedaan<br />
door de meest gerede partij, overeenkomstig artikel 965 van het Gerechtelijk Wetboek".<br />
Het bestreden arrest verwijst de zaak niet naar de eerste rechter, en doet, op grond van<br />
de resultaten van de bevestigde onderzoeksmaatregel, definitief uitspraak over vorderingspunten<br />
waarover de eerste rechter geen eindbeslissing had gewezen.<br />
In zoverre het bestreden arrest beslist dat de oorspronkelijke vorderingen van de eerste<br />
en de tweede verweerder ontvankelijk en gegrond zijn, dat de nieuwe vordering van de<br />
tweede verweerder niet ontvankelijk is, dat de vorderingen tot toekenning van schadever-