06.09.2013 Views

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 629 - 12.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2599<br />

Uit de delegatie die is toegekend aan een ambtenaar die onder het hiërarchisch<br />

gezag van de minister staat, kan niet worden afgeleid dat de ontvankelijkheid van<br />

de vordering die ten verzoeke van die minister is ingesteld in de hem wettelijk<br />

opgedragen materies, onderworpen is aan de voorwaarde dat in rechte het bewijs<br />

wordt overgelegd dat die ambtenaar beslist heeft de voormelde vordering in te<br />

stellen.<br />

In zoverre faalt het onderdeel naar recht.<br />

Voor het overige is het niet tegenstrijdig om enerzijds te vermelden dat de burgerlijke<br />

rechtsvordering van de verweerster ontvankelijk is omdat zij ten verzoeke<br />

van de bevoegde minister wordt ingesteld, en, anderzijds, dat de beslissing om<br />

het rechtsgeding in te stellen geldig werd genomen door de ambtenaar die onder<br />

het hiërarchisch gezag van die minister staat en daartoe over een bevoegdheidsdelegatie<br />

beschikt.<br />

Het onderdeel mist in zoverre feitelijke grondslag.<br />

Tweede onderdeel<br />

De appelrechters wordt verweten dat zij hebben beslist dat de eiser, in zoverre<br />

hij aanvaardt dat de lastgeving van de raadsman van de verweerster regelmatig<br />

is, niet kan betwisten dat de beslissing om in rechte op te treden regelmatig door<br />

de bevoegde overheid van de verweerster werd genomen en evenmin de overlegging<br />

van deze beslissing kan eisen.<br />

In zoverre het onderdeel de regels betreffende het bewijs in strafzaken aanvoert,<br />

welke geen verband houden met de beoordeling van de ontvankelijkheid<br />

van de burgerlijke rechtsvordering die voor en namens een rechtspersoon is ingesteld,<br />

faalt het naar recht.<br />

Voor het overige heeft, luidens artikel 703, derde en vierde lid, Gerechtelijk<br />

Wetboek, de partij tegen wie een akte van rechtspleging wordt ingeroepen die in<br />

naam van een rechtspersoon is verricht, weliswaar het recht om in elke stand van<br />

het geding te eisen dat de rechtspersoon haar de identiteit meedeelt van de natuurlijke<br />

personen die zijn organen zijn en kan het vonnis over de zaak worden<br />

uitgesteld zolang aan die eis niet is voldaan. De wetgever heeft deze regel evenwel<br />

alleen ingevoerd om die partij de inlichtingen te kunnen verschaffen waarop<br />

zij recht heeft, en het ontbreken ervan levert op zich niet het afdoende bewijs dat<br />

de akte die aldus in naam van de rechtspersoon is verricht, door hem niet was<br />

toegestaan.<br />

Artikel 440, tweede lid, Gerechtelijk Wetboek, dat toepasselijk is in strafzaken,<br />

bepaalt overigens dat de advocaat verschijnt als gevolmachtigde van de partij<br />

zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken, behalve indien de wet<br />

een bijzondere lastgeving eist. Buiten laatstgenoemd geval wordt de advocaat die<br />

een akte van rechtspleging voor een rechtscollege van de rechterlijke orde verricht<br />

en alleen verklaart op te treden in naam van een rechtspersoon die naar behoren<br />

is geïdentificeerd door de vermelding van zijn benaming, zijn rechtskarakter<br />

en zijn maatschappelijke zetel, wettelijk vermoed daartoe een regelmatige<br />

lastgeving van het bevoegde orgaan van die rechtspersoon te hebben gekregen.<br />

Dat vermoeden is weerlegbaar. Een partij kan aanvoeren dat de beslissing om

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!