AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2542 HOF VAN CASSATIE 6.<strong>11</strong>.08 - Nr. 615<br />
en 877 van het Gerechtelijk Wetboek waarin het is vastgelegd te schenden, en zonder het<br />
recht van verdediging te miskennen.<br />
Hieruit volgt dat het arrest, dat overweegt "dat uit geen enkel gegeven van de zaak kan<br />
worden opgemaakt dat de facturen ten onrechte (aan de eiser) zijn gestuurd, aangezien hij<br />
(de verweerster) nooit heeft gemeld dat hij zijn activiteiten had overgelaten aan een e.u.r.l.<br />
of aan een s.a.r.l. Delfanne; dat er dient onderstreept te worden dat het persoonlijk btwnummer<br />
(van de eiser) op de litigieuze facturen vermeld staat (...) en, (dat, hoewel) hij<br />
zijn activiteiten in een vennootschap heeft ondergebracht, er toch dient op gewezen te<br />
worden dat hij er de enige vennoot en de enige zaakvoerder van is, dat de maatschappelijke<br />
zetel van de vennootschap die is van (eisers) woonplaats en dat hij (de verweerster)<br />
nooit verzocht heeft de facturen aan die vennootschap te sturen", terwijl de eiser een onderzoeksmaatregel<br />
vorderde - zijnde de overlegging van de contractuele stukken zoals bestel-<br />
of leveringsbonnen - om het bewijs te leveren van de daarop afgedrukte vermeldingen,<br />
en bijgevolg van de identiteit van de contractpartijen, eisers recht op het bewijs miskent<br />
dat vastgelegd is in de artikelen 1315 van het Burgerlijk Wetboek, 870, 871 en 877<br />
van het Gerechtelijk Wetboek, bijgevolg die bepalingen schendt en tevens het algemeen<br />
beginsel van het recht van verdediging miskent.<br />
Bovendien is het arrest, doordat het de vordering tot onderzoek verwerpt zonder enige<br />
opgave van redenen, niet regelmatig met redenen omkleed (schending van artikel 149 van<br />
de Grondwet).<br />
(...)<br />
Tweede middel<br />
Geschonden wettelijke bepalingen<br />
- de artikelen 2, 3, 5.1, a) en b), 23.1, 66 et 76 van de verordening (EG) nr. 44/2001 van<br />
de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en<br />
de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.<br />
Aangevochten beslissingen<br />
Het arrest beslist, met bevestiging van het beroepen vonnis, dat de Rechtbank van Eerste<br />
Aanleg te Namen territoriaal bevoegd was om van het geschil kennis te nemen.<br />
Die beslissing is gegrond op de redenen van het arrest die geacht worden hieronder integraal<br />
te zijn weergegeven en inzonderheid op de onderstaande redenen:<br />
"(Verweersters) algemene verkoopsvoorwaarden die op de achterzijde van de facturen<br />
staan afgedrukt, preciseren dat 'elk geschil beslecht zal worden door de rechtbanken van<br />
het arrondissement of van het eerste kanton Namen';<br />
(De eiser) was op de hoogte van die algemene verkoopsvoorwaarden gelet op zijn talrijke<br />
contractuele betrekkingen met de verweerster van september 1997 tot februari 2001<br />
en heeft ze nooit betwist, zodat het beding tot aanwijzing van een bevoegd gerecht behoort<br />
tot hetgeen tussen partijen werd bedongen;<br />
Artikel 23.1, b), van de verordening (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000 bepaalt<br />
uitdrukkelijk het volgende: 'Wanneer de partijen van wie er ten minste één woonplaats<br />
heeft op het grondgebied van een lidstaat, een gerecht of de gerechten van een lidstaat<br />
hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde<br />
rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, is dit gerecht of zijn de gerechten<br />
van die lidstaat bevoegd. Deze bevoegdheid is exclusief, tenzij de partijen anders zijn<br />
overeengekomen. Deze overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten:<br />
a) hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge<br />
overeenkomst; b) hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen<br />
die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden', zodat de Rechtbank van Eerste Aanleg<br />
te Namen bevoegd was om van het geschil kennis te nemen hoewel artikel 5 van de veror-