AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2548 HOF VAN CASSATIE 6.<strong>11</strong>.08 - Nr. 616<br />
ten van de artikelen 307 tot 3<strong>11</strong> (...), wordt gevestigd binnen de in artikel 359 gestelde termijn<br />
(d.w.z. tot 30 juni van het jaar dat volgt op dat waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd)<br />
die evenwel niet korter mag zijn dan zes maanden vanaf de datum waarop de aangifte<br />
bij de bevoegde aanslagdienst is toegekomen", bepaalt artikel 354, eerste lid, van dat<br />
wetboek dat "bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van aangifte, of wanneer de verschuldigde<br />
belasting hoger is dan de belasting met betrekking tot de belastbare inkomsten<br />
en de andere gegevens vermeld in de daartoe bestemde rubrieken van een aangifteformulier<br />
dat voldoet aan de vorm- en termijnvereisten, gesteld hetzij bij de artikelen 307 tot<br />
3<strong>11</strong> (...), de belasting of de aanvullende belasting, in afwijking van artikel 359, mag worden<br />
gevestigd gedurende drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar<br />
wordt genoemd waarvoor de belasting is verschuldigd".<br />
Uit de opzet van die artikelen 353 en 354, eerste lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen<br />
1992 volgt dat de termijn waarop de eerste van die twee bepalingen doelt,<br />
slechts geldt in geval van een regelmatige aangifte die op tijd is ingediend en een volledige<br />
en juiste vermelding geeft van de "belastbare inkomsten" en van de "andere gegevens"<br />
waarvan het aangifteformulier de vermelding vereist, met dien verstande dat die "andere<br />
gegevens" gegevens zijn die de berekening van de in te kohieren belasting, en dus het bedrag<br />
ervan, kunnen beïnvloeden.<br />
Tot die "andere gegevens" behoren die welke de belastingplichtigen verzocht worden te<br />
vermelden in de rubriek "toestand op 1.1.1994" van vak I "personalia" van het aangifteformulier.<br />
Door het vakje "gehuwd" aan te kruisen, kunnen de belastingplichtigen immers<br />
eventueel het huwelijksquotiënt genieten bedoeld in artikel 87 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen<br />
1992, luidens hetwelk, "wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten<br />
wordt gevestigd en slechts een van de echtgenoten beroepsinkomsten heeft verkregen,<br />
een deel daarvan (30 % van die inkomsten, zonder hoger te zijn dan 270.000<br />
frank) toegerekend wordt aan de andere echtgenoot" terwijl door het vakje "internationaal<br />
ambtenaar of echtgenoot van internationaal ambtenaar die als alleenstaande moet worden<br />
belast" aan te kruisen, de toepassing van dat fiscaal voordeel in de vorm van het huwelijksquotiënt<br />
is uitgesloten, aangezien het de toepassing impliceert van artikel 128, eerste<br />
lid, 4°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, volgens hetwelk "(...) gehuwde<br />
personen niet als echtgenoten maar als alleenstaanden aangemerkt worden (...)<br />
wanneer een echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer dan 270.000 frank die bij overeenkomst<br />
zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting<br />
op de andere inkomsten van het gezin".<br />
In dit geval hebben de verweerders in hun aangifte in de personenbelasting, aanslagjaar<br />
1994, het vakje "gehuwd" aangekruist, terwijl het evident is dat zij het vakje "internationaal<br />
ambtenaar of echtgenoot van internationaal ambtenaar die als alleenstaande moet<br />
worden belast" moesten aankruisen.<br />
De omstandigheid dat die fout door de taxatieambtenaar makkelijk op te sporen is aan<br />
de hand, ofwel van de bij de aangifte gevoegde stukken, ofwel van de vermelding "internationaal<br />
ambtenaar" in de rubriek "beroep uitgeoefend in 1993" van vak I "Personalia",<br />
vormt geen wettige verantwoording voor het niet-toepassen van artikel 354, eerste lid, van<br />
het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.<br />
Hoewel immers, enerzijds artikel 307, §1, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen<br />
1992 bepaalt dat " de aangifte wordt gedaan op een formulier waarvan het model door<br />
de Koning wordt vastgesteld" en in §3 verduidelijkt dat "de bescheiden, opgaven en inlichtingen<br />
waarvan de overlegging in het formulier wordt gevraagd, een integrerend deel<br />
van de aangifte vormen en moeten worden bijgevoegd" dient toch te worden vastgesteld<br />
dat het aangifteformulier in de personenbelasting, aanslagjaar 1994, waarvan het model is<br />
weergegeven in de bijlage van het koninklijk besluit van 17 maart 1994 tot vaststelling<br />
van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar