AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 11 2008 (PDF, 1.83 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 633 - 14.<strong>11</strong>.08 HOF VAN CASSATIE 2615<br />
Dat de vordering opzichtens concluante dan ook in elk geval laattijdig is;<br />
Dat op dit vlak het vonnis waartegen beroep dan ook dient hervormd te worden"; (beroepsconclusie<br />
dd. 2 mei 2002, p. 18; syntheseconclusie in graad van beroep dd. 9 september<br />
2002, pp. 18-19).<br />
Op geen enkel ogenblik en in geen enkel procedurestuk heeft de verweerster aangevoerd<br />
dat de eiseres de gebreken in de vloeren ten opzichte van haar zou hebben aanvaard.<br />
Door ambtshalve, zonder aan de eiseres de gelegenheid te geven zich op dit punt te verdedigen,<br />
te beslissen dat de eiseres de gebrekkige toestand van de vloeren had aanvaard<br />
ten aanzien van de verweerster, schendt het bestreden arrest de rechten van verdediging<br />
van de eiseres (schending van het algemeen rechtsbeginsel van de eerbiediging van de<br />
rechten van verdediging).<br />
Derde onderdeel<br />
Krachtens een algemeen rechtsbeginsel waarvan ondermeer artikel 1045, derde lid, van<br />
het Gerechtelijk Wetboek toepassing maakt, moet de afstand van recht strikt worden uitgelegd<br />
en mag slechts worden afgeleid uit feiten die voor geen andere uitlegging vatbaar<br />
zijn.<br />
De aanvaarding door de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer van lichte gebreken<br />
in de door deze laatste uitgevoerde werken, een afstand meebrengt door de opdrachtgever<br />
van de vordering die hij tegen de aannemer kan instellen wegens het bestaan van<br />
die gebreken.<br />
De feiten die het bestreden arrest in de hierboven bestreden motieven aangeeft niet met<br />
zekerheid doen blijken dat de eiseres de gebrekkige toestand van de vloeren ten aanzien<br />
van de verweerster heeft aanvaard.<br />
Het bestreden arrest heeft aldus vermeld algemeen rechtsbeginsel en artikel 1045, derde<br />
lid, van het Gerechtelijk Wetboek geschonden.<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Eerste middel<br />
1. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan blijkt dat de verweerster<br />
in haar verzoekschrift tot hoger beroep beoogde "het bestreden vonnis te horen<br />
vernietigen en doende hetgeen de eerste rechter had behoren te doen, alle vorderingen<br />
opzichtens verzoekster ongegrond te verklaren; de eisende partijen er van<br />
af te wijzen (...)", terwijl de verweerster onder "aard van het geding" preciseerde<br />
dat het een geschil betrof inzake "aanneming bouw - verborgen gebreken - tijdigheid<br />
van de vordering".<br />
Anders dan de eiseres voorhoudt, volgt hieruit geenszins dat de tijdigheid van<br />
de vrijwaringsvordering buiten de perken van het met voormeld verzoekschrift<br />
ingestelde hoger beroep door de verweerster was gehouden.<br />
2. Het middel dat ervan uitgaat dat de verweerster met het voormeld verzoekschrift<br />
tot hoger beroep enkel de beslissing van de eerste rechter bekritiseerde<br />
omtrent de aansprakelijkheid, met uitzondering van de verjaring, het tijdig karakter<br />
en ontvankelijkheid van de vordering, mist feitelijke grondslag.<br />
3. Voor het overige maken de aangevoerde grieven geen zelfstandige grief uit,<br />
maar zijn zij afgeleid uit de tevergeefs voorgehouden beperking van het hoger<br />
beroep, en zijn zij dienvolgens niet ontvankelijk.