Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

106 QRVA 52 9708-03-20102. Hoe wordt gegarandeerd dat bijvoorbeeld de personeelskosten,informaticakosten, enzovoort die betrekkinghebben op het beheer van de aanvullende pensioenen boekhoudkundigook volledig ten laste van deze activiteit vallenen dat er geen overheidsmiddelen worden gebruiktvoor het beheer van de aanvullende pensioenen?3. a) Stelt de RVP een afzonderlijke balans en jaarrekeningop met betrekking tot haar aanvullende pensioenactiviteitenen worden deze gepubliceerd bij de balanscentrale?b) Indien dit het geval is, hoe komen bovenstaandeaspecten hierin tot uiting?4. a) Zijn de aanvullende pensioenen van de RVP gedektdoor een overheidswaarborg?b) Zo ja, wat zijn de concrete implicaties van deze overheidswaarborgop de begroting?c) Betaalt de RVP een bijdrage voor deze overheidswaarborg?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanFinanciën en Institutionele Hervormingen van08 maart 2010, op de vraag nr. 445 van de heervolksvertegenwoordiger Hendrik Bogaert van23 februari 2010 (N.):Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderwerpvan de vraag onder de bevoegdheid valt van deminister van Pensioenen en Grote Steden (Vraag nr. 74 van23 maart 2010).2. Comment garantir par exemple que l'affectation comptabledes coûts de personnel, des coûts informatiques etd'autres relatifs à la gestion des pensions complémentairesest réellement et totalement à charge de cette activité etqu'aucun argent public n'est utilisé pour la gestion des pensionscomplémentaires?3. a) L'ONP dresse-t-il un bilan et des comptes annuelsséparés concernant ses activités de pension complémentaireet ces documents sont-ils publiés par la centrale desbilans?b) Dans l'affirmative, comment ces différents aspectssont-ils mis en évidence?4. a) Les pensions complémentaires de l'ONP bénéficient-ellesde la garantie de l'État?b) Dans l'affirmative, quelle en est l'incidence budgétaireconcrète?c) L'ONP paie-t-il une cotisation pour cette garantie del'État?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 08 mars2010, à la question n° 445 de monsieur le députéHendrik Bogaert du 23 février 2010 (N.):J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre que l'objetde sa question relève de la compétence du ministre desPensions et des Grandes Villes (Question n° 74 du 23 mars2010).KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE