Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 9708-03-2010173Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 01 maart 2010, op devraag nr. 262 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 15 januari 2010 (N.):1. In 2007 heeft de Hoge Gezondheidsraad deze problematiekonderzocht. De conclusies en aanbevelingen zijngeformuleerd in het advies nr. 8187 van 7 februari 2007betreffende het gebruik van draagbare digitale muziekspelers(MP3) en het risico van gehoorbeschadiging. Volgensde HGR zijn de gegevens uit de internationale literatuurduidelijk genoeg om te veronderstellen dat er ook in Belgiëgehoorproblemen bestaan omwille van een overmatigeblootstelling aan geluid in het kader van de vrijetijdsbesteding.Voor ons land zijn er op dit moment geen epidemiologischegegevens beschikbaar. Een van de oorzaken vandeze situatie is dat de audiometrische screening techniek,die standaard wordt gebruikt bij het testen van het gehoorvan schooljongeren, niet gevoelig genoeg is en enkel toelaatom sterk uitgesproken gehoorverlies te detecteren.2. Niet enkel muziekspelers zijn door de HGR genoemdals de oorzaak, maar alle bronnen van geluid tijdens verschillendeactiviteiten van de vrijetijdsbesteding: concertendiscotheekbezoek, muziek beluisteren, sportevenementenzoals auto- en motorraces, schieten en jagen enzovoort.Al deze bronnen kunnen bijdragen tot een verminderingvan het gehoorvermogen wegens een aanzienlijke blootstellingsduuren intensiteit van geluid. Wat digitalemuziekspelers betreft, ook deze kunnen hoge geluidsniveausproduceren. Bovendien kunnen ze frequenter engedurende langere tijd gebruikt worden dan de vroegeremuziekspelers. Volgens het Europees WetenschappelijkComité voor nieuwe gezondheidsrisico's (SCENIHR) riskerende gebruikers van persoonlijke muziekspelers blijvendgehoorverlies als zij ten minste vijf jaar lang meerdan 40 uur per week naar luide muziek (meer dan 89dB(A)) luisteren. Dergelijke gebruikspatronen zijn nu volgensde SCENIHR heel gewoon geworden, vooral bij kinderenen jongeren.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 01 mars 2010, à la questionn° 262 de monsieur le député Peter Logghe du15 janvier 2010 (N.):1. Le Conseil supérieur d'hygiène a étudié cette problématiqueen 2007. Les conclusions et recommandationssont formulées dans l'avis n° 8187 du 7 février 2007 relatifà l'usage des diffuseurs portables de musique digitale(MP3) et au risque de dommages auditifs. D'après le CSS,données de la littérature internationale sont suffisammentexplicites que pour supposer qu'en Belgique également,des dégâts auditifs existent du fait de l'exposition excessiveau bruit dans le cadre des loisirs. Aucune étude épidémiologiquen'est actuellement disponible pour notre pays. Unedes causes de cette situation est que la technique du screeningaudiométrique, utilisée lors des tests d'ouië chez lesécoliers, n'est pas suffisamment sensible, ne permettant dedétecter que les pertes auditives relativement importantes.2. Les lecteurs de musique ne sont pas les seuls cités àl'origine du phénomène; toutes les sources de bruit aucours de diverses activités de loisirs sont concernées: fréquentationde concerts et de discothèques, écoute de musique,événements sportifs tels que courses de motos et devoitures, tir et chasse, etc. Toutes ces sources peuventcontribuer à une diminution des capacités auditives S'agissantdes lecteurs de musique digitaux, ils peuvent eux aussiproduire des niveaux de bruit élevés. Par ailleurs, ils peuventêtre utilisés de façon plus fréquente et pendant de pluslongues périodes que ne l'étaient les précédents diffuseursde musique. D'après le Comité scientifique des risquessanitaires émergents et nouveaux de l'Union européenne(SCENIHR) les utilisateurs s'exposent à une perte d'auditionirréversible au bout de cinq années s'ils écoutent leurbaladeur plus de quarante heures par semaine à un volumetrop élevé (au-delà de 89 dB(A)). Or, ce mode d'utilisationest aujourd'hui très courant, surtout chez les enfants et lesadolescents.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE