Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

92 QRVA 52 9708-03-20102. Een andere detailhandelaar wenst identiek hetzelfde tedoen en koopt eveneens een aantal flessen wijn aan. Omzijn trouwe klanten op afdoende wijze te identificerenvoert deze detailhandelaar een eenvoudig kaartsysteem in.Bij elke aankoop of aankoopschijf wordt een stempelgeplaatst op de kaart. Een volle kaart duidt aan dat debezitter ervan een trouwe klant is. Deze trouwe klant krijgtéén fles wijn.Kan uw administratie bevestigen dat deze detailhandelaarde btw integraal in aftrek kan brengen en dat hij geenonttrekking moet doorvoeren?3. Afhankelijk van het antwoord op bovenstaande vragen,kan de minister argumenteren waarom de ene detailhandelaaranders dient behandeld te worden vanuit btwoogpuntdan de andere?4. In het geval u van mening bent dat de beide handelaarsanders dienen behandeld te worden, is dit niet in tegenspraakmet het gelijkheidsbeginsel, gezien beiden dezelfdedoelstelling beogen, en enkel hun uitvoering verschillendis?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanFinanciën en Institutionele Hervormingen van02 maart 2010, op de vraag nr. 325 van de heervolksvertegenwoordiger Luk Van Biesen van18 januari 2010 (N.):Voorwerpen die in beroepsrelaties zonder aankoopverplichtingworden gegeven en waarvan de kostprijs door debetrokken detailhandelaar als algemene onkosten wordtgeboekt, worden aangemerkt als handelsgeschenken.Deze geschenken worden, voor de toepassing van de btw,geacht van geringe waarde te zijn indien hun inkoopprijs,of bij gebreke daarvan, hun normale waarde, voor hetgehele geschenk, lager is dan 50 euro, exclusief btw. Indiendeze voorwaarde vervuld is, dan mag de aftrek van debelasting die van die voorwerpen, of van de elementenwaaruit zij zijn samengesteld, werd geheven, worden uitgeoefendzonder dat de uitreiking ervan aanleiding geefttot een onttrekking, bedoeld in artikel 12, § 1, 1° lid, 2° vanhet Btw-wetboek.2. Un autre détaillant souhaite faire exactement la mêmechose et achète également un certain nombre de bouteillesde vin. Pour pouvoir identifier précisément ses clients fidèles,ce détaillant a instauré un système simple de carte defidélité. À chaque achat ou tranche d'achat, un cachet estapposé sur la carte en question. Une carte pleine indiqueque son titulaire est un client fidèle, et celui-ci reçoit unebouteille de vin.Votre administration peut-elle confirmer que ce détaillantpeut déduire intégralement la TVA et qu'il ne doit paseffectuer de prélèvement de la taxe?3. En fonction de la réponse aux questions ci-dessus, leministre peut-il justifier pourquoi, le cas échéant, il y a lieud'appliquer à ces deux détaillants un traitement différent enmatière de TVA?4. Si vous estimez que ces deux commerçants doiventêtre traités différemment, n'est-ce pas contraire au principed'égalité, dès lors que l'un et l'autre poursuivent le mêmeobjectif, et que seule l'exécution est différente?Réponse du vice-premier ministre et ministre desFinances et des Réformes institutionnelles du 02 mars2010, à la question n° 325 de monsieur le député LukVan Biesen du 18 janvier 2010 (N.):Sont qualifiés de cadeaux commerciaux les objets offerts,sans obligation d'achat, dans le cadre de relations professionnelleset dont le prix coûtant est comptabilisé en fraisgénéraux par le détaillant concerné.Pour l'application de la TVA, ces cadeaux sont considéréscomme étant de faible valeur si, pour l'ensemble ducadeau, leur prix d'achat, ou, à défaut, leur valeur normale,est inférieur à 50 euro, hors TVA. Si cette condition estremplie, la déduction de la taxe qui a grevé ces objets oules éléments qui les composent, peut être exercée sans quela remise de ce cadeau donne lieu à un prélèvement visé àl'article 12, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code de la TVA.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE