Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 9708-03-2010247Het College van procureurs-generaal beschikt dus nietover gegevens waarmee de omvang van de problematiekvan genitale verminking in België wetenschappelijk kanworden geëvalueerd.Wat betreft de opvolging van risicopersonen, levert deprocureur-generaal van Luik volgende antwoordelement:Het CGVS heeft, over een periode van vijf maanden(april-augustus 2008), 66 gevallen kunnen vaststellenwaarbij het risico bestond dat een jong meisje zou wordenbesneden. Het gaat hierbij om personen die het statuut vanvluchteling hebben gekregen louter omdat ze vreesden dathun dochter een seksuele verminking zou moeten ondergaan.Bijgevolg werd beslist deze risicogroep op te volgendoor een jaarlijkse controle uit te voeren waarbij de vluchtelingenwordt gevraagd een medisch attest op te stellenwaarin wordt bevestigd dat hun dochter geen dergelijkeverminking heeft ondergaan.Een dergelijk attest werd op heden in 14 gevallen spontaanopgesteld. De anderen zullen binnenkort een brief vanhet CGVS ontvangen waarin ze aan de controle wordenherinnerd en waarin ze worden gevraagd het gevraagdemedisch attest op te stellen.Indien deze herinnering onbeantwoord blijft of nietwordt ingegaan op de daaropvolgende uitnodigingen vanhet CGVS, dan zal het CGVS ervan uitgaan dat er een vermoedenvan verminking bestaat. De federale politie zalvervolgens op de hoogte worden gesteld. Er zal een procesverbaalworden opgesteld dat aan het parket van de procureurdes Konings van de verblijfplaats van het slachtofferwordt overhandigd. Een gerechtelijk onderzoek zal vervolgenskunnen worden uitgevoerd. Indien nodig zullenbeschermende maatregelen worden genomen.Het CGVS hoopt in september 2009 een voorlopigebalans van de geïdentificeerde probleemgevallen over dezereferentieperiode van vijf maanden te kunnen opstellen.Het parket bij het hof van beroep van Luik beschikt nietover kwantitatieve gegevens voor de vragen 2 tot 6.De dienst voor het Strafrechtelijk Beleid - Cel Research,Development en Statistieken - stelt dat de gegevensbankvan het Centraal Strafregister op heden nog geen enkeleveroordeling voor dit misdrijf heeft geregistreerd.Le Collège des procureurs généraux ne dispose donc pasde données permettant d'évaluer, de façon scientifique,l'ampleur de cette problématique des mutilations génitalesopérées en Belgique.Relativement au suivi des personnes à risque, le procureurgénéral de Liège se permet d'apporter les éléments deréponse suivants:Le CGRA a identifié sur une période de cinq mois,s'étendant d'avril à août 2008, 66 cas pour lesquels il existedes craintes de voir une jeune fille subir une excision. Ils'agit de personnes ayant obtenu le statut de réfugié uniquementen raison de leur crainte de voir leur fille subirune mutilation sexuelle.Il a donc été décidé de suivre ce groupe à risque en procédantà un contrôle annuel qui consiste à inviter les réfugiésà produire un certificat médical attestant que leur fillen'a pas subi de mutilation de ce type.Un tel certificat a actuellement été produit dans 14 cas etce, de façon spontanée. Les autres vont recevoir incessammentun courrier du CGRA leur rappelant le contrôle et lesinvitant à produire l'attestation médicale demandée.Dans les hypothèses où ce rappel n'aura pas provoqué deréaction et où les invitations subséquentes à se présenter auCGRA n'auront pas été honorées, le CGRA considéreraqu'il y a présomption de mutilation et le cas sera alorssignalé à la police fédérale qui dressera procès-verbal et letransmettra au parquet du procureur du Roi du lieu dedomicile de la victime. Une enquête judiciaire pourra alorsêtre réalisée et, le cas échéant, des mesures protectionnellesprises.Le CGRA espère pouvoir dresser un bilan provisoire descas problématiques identifiés sur cette période de référencede cinq mois en septembre 2009.Le parquet près la cour d'appel de Liège ne dispose pasde données quantitatives pour les questions 2 à 6.Selon le service de la Politique Criminelle, - CelluleRecherche, Développement et Statistiques-, la base de donnéesdu casier judiciaire central n'a à ce jour enregistréaucune condamnation pour cette infraction.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE