Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 9708-03-2010201DO 2009201014688Vraag nr. 226 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 04 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Unie voor het Middellandse Zeegebied.Op 5 januari 2010 werd er in Caïro een bijeenkomst overde Unie voor het Middellandse Zeegebied gehouden, waaraande Franse minister van Buitenlandse Zaken, BernardKouchner, en vier van zijn ambtgenoten (de buitenlandministersvan Egypte, Spanje, Tunesië en Jordanië) deelnamen.Van de 43 landen die in juli 2008 de oprichtingsbijeenkomstbijwoonden, waren er slechts enkele in Caïroaanwezig.1. Waarom was België niet tegenwoordig op die bijeenkomst,terwijl ons land op 1 juli 2010 het roterende voorzitterschapvan de EU overneemt?2. Spanje heeft laten weten dat het het partnerschap tijdenszijn EU-voorzitterschap nieuw leven wil inblazen.Welke middelen zal België, dat op 1 juli 2010 het EUvoorzitterschapop zich neemt, hiervoor uittrekken en hoezal ons land die kwestie verder aanpakken?3. a) Waaraan schrijft de regering de zeer moeizame startvan dat partnerschap toe?b) Wat moet er volgens de regering ondernomen wordenom dat belangrijke partnerschap nieuw leven in te blazen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 08 maart 2010, op de vraag nr. 226 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van04 februari 2010 (Fr.):1. De vergadering van 5 januari 2010 te Cairo was geenofficiële vergadering van de Unie voor de MiddellandseZee (UMZ). Deze betrof enkel de Franse, Spaanse enEgyptische Covoorzitterschappen, samen met Tunesië enJordanië, aangezien ze als doelstelling had om een oplossingte vinden voor de moeilijkheden tussen Tunesië enJordanië omtrent de benoeming van de secretaris-generaalvan het Secretariaat van de UMZ. Sinds 1 januari 2010neemt België, in afwachting van de toepassing van het Verdragvan Lissabon op de UMZ en in de hoedanigheid vantoekomstig voorzitter van de Raad van de EU, wel deel aande "Core Group" van de UMZ die op informele wijze deuitdagingen bespreekt die de UMZ te wachten staan. NaastBelgië, bestaat deze groep uit de drie covoorzitterschappen,het Secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.DO 2009201014688Question n° 226 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 04 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:L'Union pour la Méditerranée.Le 5 janvier 2010 s'est tenue une réunion au Caireconcernant l'Union pour la Méditerranée auquel participaitle ministre français des Affaires étrangères Bernard Kouchneret quatre de ses homologues (d'Égypte, d'Espagne,de Tunisie et de Jordanie). Seule une poignée de pays, surles 43 présents au sommet fondateur de juillet 2008,s'étaient réunis.1. Comment expliquez-vous l'absence de la Belgique àcette reunion, alors que notre pays prendra dès le 1er juillet2010 la présidence tournante de l'Union européenne?2. L'Espagne a indiqué qu'elle souhaitait pendant sa présidenceen exercice de l'Union, relancer le processus.Quels seront les moyens mis en oeuvre et quelle suitesera donnée par la Belgique qui exercera la présidence del'Union européenne au 1er juillet 2010?3. a) Quelles sont les raisons aux yeux du gouvernementdu démarrage plus que lent de ce partenariat?b) Quelles sont les actions, selon le gouvernement,devant être menées pour donner un nouveau souffle à cepartenariat important?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du08 mars 2010, à la question n° 226 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 04 février 2010 (Fr.):1. La réunion du 5 janvier 2010 au Caire n'était pas uneréunion officielle de l'Union pour la Méditerranée (UPM).Elle n'a concerné que les coprésidences française, espagnoleet égyptienne ainsi que la Tunisie et la Jordanie carelle avait pour unique objectif de trouver une solution auxdifficultés entre la Tunisie et la Jordanie concernant ladésignation du secrétaire général du Secrétariat de l'UPM.Depuis le 1er janvier 2010, la Belgique, en attendantl'application du Traité de Lisbonne à l'UPM et en tant queprochaine présidente du Conseil de l'UE, participe au"Core Group" de l'UPM qui est en charge de discuter informellementdes réponses à apporter à ses enjeux. Il se compose,outre la Belgique, des trois coprésidences, duSecrétariat général du Conseil et de la Commission.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE