Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 9708-03-2010535- Door de wet van 15 september 2006 werd het recht opgezinshereniging in artikel 10 Vreemdelingenwet nog verderverstrengd (leeftijdsvereiste voor beide echtgenoten inprincipe 21 jaar; bijkomende vereisten inzake huisvestingen ziektekostenverzekering; afschaffing cascadeverbod enbeperking in tijd maar invoering van wachttermijn). Vastgesteldmoet worden dat onderdanen van de betrokkenderde landen buiten deze striktere voorwaarden vallen enzich kunnen beroepen op de meer voordelige bepalingenrond gezinshereniging in de bilaterale tewerkstellingsakkoorden.Gelet op het feit dat de studie van de Vlaamse regeringstart van cijfermateriaal uit 2004, kunnen deze statistiekenniet gelinkt worden aan de impact van deze laatste wetswijzigingvan 2006.2., 3. en 4. Wanneer ik deze studie bekijk, stel ik vast datdeze in hoge mate een sociologische evaluatie betreft.Nagegaan wordt hoe de relatie- en gezinsvorming van debehandelde doelgroep verliep; wanneer zij alleen zijn gaanwonen, wat de timing is waarop ze gingen samenwonen enhoe en onder welk statuut deze samenwoonst dan plaatsvond.In de eerste plaats betreft het dan ook niet onmiddellijkeen onderzoek dat zich strikt en alleen op het verblijfsstatuutconcentreert. Het past mij echter enkel uitspraak tedoen over de materies die tot mijn bevoegdheid behoren.Graag beperk ik mij dan ook tot de koppeling van dezestudie aan de vragen inzake de bilaterale akkoorden diemet verschillende herkomstlanden werden afgesloten.Daarbij dient evenwel opgemerkt te worden dat dezeakkoorden niet enkel een impact hebben op het recht opgezinshereniging. Zij zijn ook nog van belang op anderedomeinen, in het bijzonder natuurlijk wat de arbeidsmigratiebetreft.Een eventuele herziening of opzegging kan dan ookenkel doorgevoerd worden mits uitvoerig overleg met dediensten van de FOD Buitenlandse zaken, de FOD Werkgelegenheid,Arbeid en Sociaal Overleg, en mogelijk ookmet de Gewesten. Daarbij moet ook uitdrukkelijk gewezenworden op de politieke impact van dergelijke acties.5. en 6. Ik kan u meedelen dat in het jaar 2008 238 personeneen visumaanvraag indienden in het buitenland met alsdoel aanspraak te maken op de toepassing van deze bilateraleakkoorden. Hiervan werden 172 aanvragen ingewilligden 66 aanvragen geweigerd.- La loi du 15 septembre 2006 a encore durcit le droit auregroupement familial prévu par l'article 10 de la Loi surles étrangers (condition d'âge pour les deux conjoints enprincipe 21 ans; conditions supplémentaires en matière delogement et d'assurance maladie; suppression de l'interdictionde cascade et limitation dans le temps mais introductiond'un délai d'attente). Il faut constater que lesressortissants des pays tiers concernés tombent en dehorsde ces conditions plus strictes et peuvent invoquer les dispositionsplus favorables des accords bilatéraux de maind'oeuvreen matière de regroupement familial.Étant donné que l'étude du gouvernement flamand sebase sur des chiffres de 2004, ces statistiques ne peuventpas être mises en corrélation avec la dernière modificationde loi de 2006.2., 3. et 4. À la lecture de cette étude, je constate qu'ellepart en grande partie d'une évaluation sociologique. Elleexamine comment se sont tissées les relations et commentse sont constituées les familles du groupe cible analysé; àpartir de quel moment les personnes sont parties vivre seules,dans quels délais elles ont décidé de cohabiter, et enfin,de quelle façon et sous quel statut cette cohabitation a étéconclue.Avant tout, il convient d'observer qu'il ne s'agit pas directementd'une étude consacrée exclusivement au statut deséjour. J'ai donc à prononcer uniquement sur les matièresqui relèvent de mes attributions.Je tiens également à me limiter au lien que cette étudeétablit avec les questions concernant les accords bilatérauxconclus avec plusieurs pays d'origine.Dans ce cadre, il convient néanmoins de constater queces accords n'exercent pas uniquement un impact sur ledroit au regroupement familial. Ils sont aussi importantsdans d'autres domaines, évidemment particulièrement ence qui concerne la migration pour le travail.Ces accords ne peuvent éventuellement être révisés ouannulés qu'à condition d'organiser une large concertationavec les services du SPF Emploi, Travail et Concertationsociale et en impliquant sans doute aussi les Régions. Pource faire, il faut aussi rappeler clairement l'impact de tellesinitiatives sur le plan politique.5. et 6. Je suis en mesure de vous informer qu'en 2008,238 personnes ont introduit une demande d'asile à l'étrangeren invoquant l'application de ces accords bilatéraux.172 de ces demandes ont connu une issue favorable tandisque 66 ont entraîné un refus.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE