Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

240 QRVA 52 9708-03-2010- het parket van Luik heeft hierna een kanttekeninggestuurd naar de politie van Luik voor het verhoor vandeze verdachte;- op 10 juli 2008 heeft mevrouw G. opnieuw de politiegebeld naar aanleiding van een ruzie met haar partner. Deheer C. werd hierop van zijn vrijheid beroofd. Een gerechtelijkonderzoek werd opgestart en verdere aanhoudinggevraagd. Het dossier met betrekking tot de feiten van13 juni werd hierbij ter informatie gevoegd;- de verdachte werd hierop verhoord door de onderzoeksrechterdie hem zonder voorwaarden in vrijheid stelde;- ter vollediging: het koppel liet zich behandelen voorhun alcoholverslaving.Wat de vragen 3 en 4 betreft, geef ik u graag volgendeinformatie mee. De gemeenschappelijke omzendbrief nr. 4/2006 van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaalbetreffende het strafrechtelijk beleid inzakepartnergeweld, in werking sinds 3 april 2006, voorziet inzijn punt X dat deze omzendbrief door het College vanprocureurs-generaal zal worden geëvalueerd met de steunvan de dienst voor het Strafrechtelijk Beleid.De omzendbrief bepaalt verder dat in de evaluatie metname zal worden nagegaan of de ter beschikking gesteldemiddelen toereikend zijn voor de toepassing van het interventiemodel(materiële en menselijke capaciteit enopvangmogelijkheden voor slachtoffers en daders van partnergeweld).De werkgroep die de omzendbrief heeft opgesteld werdvoor deze evaluatie belast en komt minstens één keer perjaar samen. Deze werkgroep achtte het noodzakelijk omeen zekere afstand te nemen om de toepassing van deomzendbrief en de problemen die zich daarbij stellen terdegeen zo volledig mogelijk te beoordelen.Gezien de multidisciplinaire aanpak van de omzendbriefwerd in de werkgroep beslist om de belangrijkste sleutelfactorenin de evaluatie te betrekken (zo werden bijvoorbeeldde procureurs-generaal van Bergen en Gent, hetInstituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen enhet Directoraat-generaal Justitiehuizen aangesproken). Erwerd bovendien gekozen om niet enkel een kwantitatieveevaluatie uit te voeren, doch ook een kwalitatieve evaluatieop te stellen en deze te verwerken in een eindrapport. Opdit moment wordt het eindrapport nog opgesteld doordienst voor het Strafrechtelijk Beleid (DSB).Het is evenwel nog niet mogelijk om dit eindrapportreeds over te maken. Wel kan ik u meedelen welke stappenen deelevaluties er al werden uitgevoerd.- le parquet de Liège a ensuite envoyé une apostille à lapolice de Liège pour l'audition de ce suspect;- le 10 juillet 2008, madame G. a à nouveau appelé lapolice à propos d'une dispute avec son partenaire. MonsieurC. a dès lors été privé de sa liberté. Une instruction aété ouverte et il a été demandé de prolonger l'arrestation.Le dossier lié aux faits du 13 juin a été joint pour information;- le suspect a ensuite été entendu par le juge d'instructionqui l'a libéré sans conditions;- il est à noter que le couple s'est fait suivre pour son problèmede dépendance à l'alcool.Concernant les questions 3 et 4, voici les informationspouvant être fournies. La circulaire commune COL 4/2006de la ministre de la Justice et du Collège des procureursgénéraux relative à la politique criminelle en matière deviolence dans le couple, en vigueur depuis le 3 avril 2006,prévoit au point X que cette circulaire sera évaluée par leCollège des procureurs généraux avec l'appui du Servicede la Politique criminelle.La circulaire prévoit que l'évaluation portera notammentsur l'adéquation des moyens mis à la disposition pour mettreen oeuvre le modèle d'intervention défini (capacitésmatérielles et humaines, et possibilités de prise en chargedes victimes et des auteurs de violence dans le couple).Le groupe de travail qui a élaboré la circulaire a été chargéde cette évaluation et se réunit au moins une fois par an.Ce groupe de travail a estimé nécessaire de prendre unecertaine distance afin de juger convenablement et le pluscomplètement possible la mise en oeuvre de la circulaire etles problèmes y afférents.Eu égard à l'approche multidisciplinaire de la circulaire,il a été décidé au sein du groupe de travail d'associer àl'évaluation les principaux acteurs-clés (c'est ainsi, parexemple, que les procureurs généraux de Mons et Gand,l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes et laDirection générale Maisons de justice ont été consultés). Ila par ailleurs été décidé de ne pas procéder uniquement àune évaluation quantitative, mais également de réaliser uneévaluation qualitative et d'intégrer celle-ci dans un rapportfinal. Pour l'heure, le rapport final est en cours d'élaborationau service de la Politique criminelle (SPC).Il n'est toutefois pas encore possible de transmettre cerapport final. Voici néanmoins les étapes et évaluationspartielles qui ont d'ores et déjà été réalisées.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE